donderdag 25 oktober 2012

ROSEMARY'S BABY (1968)






****

In 1969 werd Hollywood opgeschrikt door de brutale moord op Sharon Tate, de toenmalige vrouw van wunderkind Roman Polanski. De hoogzwangere Tate werd afgeslacht door volgelingen van Charles Manson, muzikant en sekteleider van de Manson-family. Wat een topjaar moest worden voor Polanski, hij leverde net dit meesterwerk af, werd algauw één van de vele dieptepunten uit zijn leven (Polanski ontsnapte op 15 jarige leeftijd uit een Pools concentratiekamp). Dit verklaart waarschijnlijk waarom al zijn films doordrenkt zijn van een niet te miskennen cynisme en zijn happy endings bij Polanski even frequent als echte emoties in romantische komedies.

Met dit in het achterhoofd krijgt "Rosemary's baby", misschien wel de beste thriller ooit gemaakt, een onwerelds kantje, alsof Satan zelve in de regiestoel zat. De film handelt immers over het verkopen van je ziel aan de duivel, in ruil voor eeuwige faam en geluk, iets waar Polanski zich op dat moment (naar eigen gevoel) aan bezondigd had. Hij was een decante regisseur die drugs en wilde feestjes niet schuwde en in Hollywood zijn wildste fantasieën kon waarmaken, dit ten koste van zijn dierbare naasten. Dit maakt van "Rosemary's baby" een film die je absoluut moet gezien hebben.

Rosemary en Guy, een pas gehuwd koppel, nemen hun intrek in het bekende Dakota building in New York (voor dit gebouw werd John Lennon in 1980 doodgeschoten door Mark Chapman). Hij is tweederangs-acteur die hoopt het te maken in de filmindustrie en zij is de vrouw die achter hem staat, hem volgt en helpt waar ze kan.
Wanneer één van de medebewoners zelfmoord pleegt komen Rosemary en Guy in contact met hun bejaarde buren, de Castevets. Dit ogenschijnlijk vriendelijk maar excentriek koppel ontfermt zich over de twee nieuwe bewoners en al gauw ontstaat er een vriendschapsband tussen beide partijen, waarin de bemoeizieke Minnie zich van haar meest opdringerige kant laat zien. Wanneer Rosemary op een nacht droomt verkracht te zijn door de Duivel, wordt haar hele leven overhoop gegooid en krijgen de normaalste zaken plots een dubbele betekenis en is niets of niemand wie of wat het lijkt.

Meer van de plot verklappen doe ik niet, dit is een film die je zelf moet ontdekken.

Wat ik wel kan zeggen is dat het een ongelooflijk knap gemaakte thriller is, die niet in zijn kaarten laat kijken tot op het allerlaatste moment, om dan de kijker te verbazen met een intense climax die dagenlang blijft nazinderen. De opbouw van het verhaal, waarin allerhande hints verborgen zitten, is zo systematisch opgebouwd dat je als kijker even hard in het duister tast als Rosemary en waarbij de uiteindelijke ontknoping een mokerslag van jewelste is. De film speelt zich ook bijna volledig af in het flatgebouw, volgestouwd met allerhande antieke meubelen, vol gangen en verborgen kamers, wat de sfeer bevreemdend en tegelijk vertrouwd maakt. Er zijn geen gimmicks, iets wat zeldzaam is in dit genre, geen overbodige religieuze nonsens en al zeker geen ongeloofwaardige plotwendingen. Ik durf zelfs stellen dat de film nog beter wordt de tweede maal dat je hem bekijkt, daar de nuances in de fantastische acteerprestaties beter tot zijn recht komen. Dit is samen met "Chinatown" (1974) het grootste meesterwerk van Polanski, en dat wil wat zeggen. Van het de eerste tot het laatste beeld is deze invloedrijke film een waanzinnige trip in het occulte, een meesterlijk opgebouwde, sfeervolle thriller die ongeëvenaard blijft in zijn genre en tot op de dag van vandaag in mijn eigen top tien aller tijden staat. Grandioos.


dinsdag 16 oktober 2012

George A. Romero's TRILOGY OF THE DEAD

NIGHT OF THE LIVING DEAD (1968)    ****




De eerste film van George A. Romero en een instant klassieker. Om dit te begrijpen keren we even terug naar de jaren zestig. In dit tijdperk waren griezelfilms voornamelijk entertainende monstervehikels gemaakt voor een breed publiek, maar eind jaren zestig, wanneer de Vietnamoorlog op zijn hoogtepunt was en Nixon aan de macht kwam, werden horrorfilms grimmiger, kritischer en relevanter.

In het begin van deze spotgoedkope film is de toon uitermate lichtvoetig, waardoor het soms lijkt alsof je naar derderangs komedie aan kijken bent. Er is weinig dreiging en buiten het occasionele schrikmoment is er relatief weinig spanning. Na de introductie van de personages en enkele pogingen tot ontsnappen verandert de toon (ergens halverwege de film) plotsklaps van luchtig naar wel zéér grimmig. Zoals voorheen al werd aangehaald was horror tot dan toe een monster aangelegenheid waarbij weinig bloed vloeide en echte terreur zo goed als onbestaande was. "The night of the living dead" was de eerste film die de gruwelijkheden liet zien, op een realistische en weerzinwekkende wijze, en hiermee heel puriteins Amerika op zijn kop zette. Nog nooit was geweld zo plastisch in beeld gebracht (men ziet de levende doden effectief aan half opgegeten botten, darmen en schedels knagen), wat er voor zorgde dat deze film aan de oorsprong van het 16+ label lag. Vanaf dit moment neemt de film een duik in het waanzinnige en wordt de spanning opgedreven tot Hitchcockiaanse proporties. Romero schuwt duidelijk geen controverse (het kind en de moeder) en geeft ons de ene intens shockerende scene na de andere, wat resulteert in een uitermate spannende en angstaanjagende finale die nu, 45 jaar later, nog steeds niks aan kracht heeft ingeboet. De film is doorspekt met kritiek op de Vietnamoorlog (Amerikanen worden afgeschilderd als schietgrage gekken - volgens het shoot first, ask questions later principe), het nog steeds aanwezige racisme (het hoofdpersonage is een zwarte man, iets wat uniek was voor zijn tijd), en de overheid (die mensen oproept te schieten op alles wat beweegt). En hoewel men niet kan ontkennen dat bepaalde scenes in de film doen denken aan "Psycho" (een ander zwart-wit horrormeesterwerk) en sommige effecten gedateerd zijn, blijft het een straffe kijkervaring die de film in het algemeen en horror in het bijzonder voorgoed veranderde.

 DAWN OF THE DEAD (1978)    ****





Het veelgeprezen vervolg op "The night of the living dead" is grootser, rauwer, explicieter, grappiger en iets minder spannend dan zijn voorganger. Ditmaal geen kritiek op de Vietnamoorlog maar wel op het consumptiegedrag van de gemiddelde Amerikaan.

Aan het begin van de film is Amerika overspoelt door levende doden, het noodsignaal is afgekondigd en heel het land staat in rep en roer. Een groepje vrienden vluchten per helicopter, op zoek naar betere oorden en houden halt aan een winkelcentrum met de intentie hier te blijven. Maar wanneer een bende motards hun zinnen hebben gezet op de inboedel van dit complex, laten ze de horde levende doden mee binnen en wordt de groep genoodzaakt te vechten voor hun leven.

Waar "Dawn of the dead" vooral in verschilt van de vorige film is de toon. Hoewel het geweld pakken explicieter is en overdadig aanwezig, is er ditmaal ruimte voor een portie (zwarte) humor. Dit maakt de film toegankelijker maar op momenten ook minder angstaanjagend dan zijn voorganger. Anderzijds was het voor zijn tijd één van de meest epische horrorfilms ooit en stond hij bekend (en was hij vooral berucht) vanwege zijn hoge hoeveelheid gore. Ditmaal in kleur zien de levende doden er (relatief) echt uit en vloeit de rode kleur rijkelijk. Vietnamveteraan Tom Savini (later ook Friday the 13th en vervolgen), gebruikte zijn op het slagveld vergaarde kennis om de film te voorzien van realistische make up effecten en droeg zo bij aan het realisme dat de film kenmerkt. Het was in die tijd ongezien dat een film de horror zo getailleerd weergaf wat, de censuurcommissie ten spijt, leidde tot een ongezien kassucces (voornamelijk in Europa) en talloze kopieën, waarvan "Zombie flesh eaters aka Zombi 2" (1979) van Lucio Fulci de bekendste is. Deze film werd in Europa zelfs uitgebracht onder het valse voorwendsel het vervolg te zijn op "Dawn of the dead" (welke in Europa als "Zombi" werd uitgebracht)!

Er bestaan 2 versies van "Dawn of the dead". Een door Romero zelf gemonteerde en een andere, iets meer op horror gerichte versie die bestemd was voor de Europese markt. De Europese versie werd gemonteerd onder toezicht van niemand minder dan Italiaans horrormeester Dario Argento (toen op de top van zijn kunnen). Beide films zijn evenwaardig daar de Amerikaanse versie meer karakterontwikkeling en minder geweld toont terwijl dit bij de Italiaanse versie net omgekeerd is.


DAY OF THE DEAD (1985)    ****







Ongemeen rauwe zombiefilm die uitermate compromisloos is en gore verheft tot een niet te onderschatten kunst. Het is een gitzwart van alle hoop ontdaan meesterwerk dat vandaag de dag nog steeds monden laat openvallen en bulkt van interessante ideeën, geschifte scenes en sterke acteerprestaties.

De hele wereld is overrompeld door wandelende doden. In een ondergrondse bunker houden enkele militairen en wetenschappers zich schuil, terwijl ze zoeken naar de oorzaak van het virus en een eventuele remedie hiervoor. Wanneer de jonge wetenschapper Sarah, haar hulpje Miguel en helikopterpiloot John de groep versterken blijkt de dreiging niet enkel van buitenaf te komen, maar ook vanuit de groep zelf. De gemoederen geraken verhit wanneer Dr. Logan, die het onderzoek naar het virus leidt en hiervoor de gevangen genomen zombies aan testen onderwerpt, gedwongen wordt zijn bevindingen te delen met de militaire instanties en hier niet aan toegeeft. Algauw verklaart Rhodes, de hoogste soldaat in rang, de oorlog aan iedereen die niet achter hem staat en wordt de levenssituatie van de onschuldige wetenschappers plots zéér penibel, met alle gevolgen van dien.


"Day of the dead", het laatste deel in de officiële trilogie, is een kopstoot van een film. Het is een pessimistische, cynische en vooral extreem harde film die enkele van de beste ideeën omtrent zombies uitspeelt tegenover de lotgevallen van de weinige overlevenden. Voor het eerst krijgen we een zombie die leren kan (Bub!), word het militaire apparaat door de mangel gehaald en krijgen we horrorscenes te zien die de verbeelding tarten (het einde is een feest voor de gorehounds onder ons). De film bevat de meeste dialogen van de hele reeks, maar aangezien ze zo sterk geschreven zijn en enkel bijdragen aan de waanzin van de situatie, is dit allesbehalve een minpunt. Sterker nog, het geeft de film een intelligente toets mee die in meeste horrorfilms (en dan zeker die van de jaren tachtig) volledig afwezig is. Het is een rauwe analyse van een extreme situatie waarin twee groepen tegen elkaar uitgespeeld worden en de uiteindelijke dreiging zich meer ondergronds (in de beveiligde bunker) situeert dan bovengronds, waar de levende doden lelijk huishouden. De film bevat scenes die je laten snakken naar adem, waaronder de ontsnapping van Miguel (de lift!), het ondergrondse gangencomplex waar de gevangen zombies één voor één worden opgehaald voor testproeven en natuurlijk de doodstrijd van Rhodes, die gepaard gaat met een van de beste one-liners uit de horrorfilmgeschiedenis (Choke on them!). Niet voor gevoelige kijkers of mensen die hun films graag luchtig zien. Dit is gitzwarte griezel, compromisloos en extreem, maar ook één van de beste zombiefilms ooit gemaakt.

vrijdag 12 oktober 2012

THE WICKER MAN (1973)




***1/2

Wanneer heeft een film de titel cultklassieker verdient?
Er zijn geen uitgesproken criteria, zodoende dat de term voor elke kijker een andere lading dekt, maar er zullen weinig mensen zijn die ontkennen dat als er één film dit label verdient, het "The Wickerman" wel is. Deze film heeft alles om in die categorie te vallen. Het is vreemde mix van detectivefilm, occulte thriller, musical en drama en laat zich niet in één hokje plaatsen. Het moet zowaar één van de vreemdste films zijn die ik zelf ooit gezien heb (en tegelijk interessant is) en een must see voor iedereen die houdt van aparte cinema, die zich niet laat begrenzen door opgelegde filmregels, maar volstrekt zijn eigen ding doet en hier ook nog mee wegkomt.

De diepgelovige Sgt. Neill Howy (Edward Woodward) ontvangt op zekere dag een brief met de vraag of hij onderzoek wilt doen naar een vermist meisje, ergens op een klein eiland aan de kust van Engeland. Wanneer hij de lokale bevolking ondervraagt blijkt algauw dat geen enkel van de bewoners het meisje kent, laat staan waar ze zou kunnen zijn. Vastberaden dit mysterie op te lossen, zet hij zijn zoektocht voort en komt hij in contact met Lord Summerisle (Christopher Lee), een sinister heerschap en tevens leider van het kleine eilandje. Hoe langer Howy tussen de lokale mensen vertoeft, hoe meer hij beseft dat er iets vreemds gaande is. Van allerhande dagelijkse rituelen tot het jaarlijkse oogstfeest, niets is wat het lijkt en dat leidt uiteindelijk tot een onverwachte, schokkende finale die verrassend genoeg volkomen logisch is en weinig kijkers onberoerd zal laten.

Wat "The Wicker man" zo speciaal maakt is de sfeer. De film speelt zich voornamelijk in klaarlichte dag af (!), combineert mysterie met musical (!), heeft weinig of geen geweldscenes en al even weinig horror. Toch weet de film een vreemde spanning op te wekken die moeilijk te duiden is. Net als Sgt. Howy ben je als kijker volledig in de ban van het kleine dorpje en zijn zonderlinge, diepgelovige inwoners en hun vreemde folklore. Het mag gezegd zijn dat deze unieke film een genre op zich is en een reeks zeer straffe scenes bevat die onwerelds en tegelijk volkomen realistisch zijn (de verleidingsdans van Bondgirl Britt Eckland, het ritueel met de zwaarden, de mislukte poging van Sgt. Howy om het eiland te verlaten en natuurlijk de fantastische finale). De acteurs zijn ronduit schitterend, de stijl van de film ongeëvenaard, de muziek (hoewel niet echt mijn ding) toepasselijk en het geheel is niet minder dan een fantastisch eigenwijze film boordevol rare individuen gehuld in kleurrijke outfits, met bizarre situaties en rituelen allerhande en een ongeloofelijk angstaanjagend opgewekt Keltisch lied in een setting dat alle verbeelding tart (dit moet je gezien hebben). Meer verklappen zou doodzonde zijn. Deze film moet je zelf ervaren, en hoewel het niet iedereen zijn smaak zal zijn, is en blijft het een unicum in de magische wereld van de film.

dinsdag 9 oktober 2012

DON'T LOOK NOW (1974)

***1/2

"Don't look now" is een film die handelt over het verlies van een kind, het vasthouden aan de herinneringen ervan en het uiteindelijk loslaten van het verleden om een nieuwe toekomst te verzekeren. Het is een doolhof van symbolische verwijzingen naar die ene fatale dag waarin het jonge meisje de dood vindt, gehuld in een waas van mysterie.

Een Brits koppel (Donald Sutherland en Julie Christie) verblijft in Venetie om de dood van hun dochter te verwerken. Wanneer de vrouw benadert word door twee bejaarde zussen, die zeggen contact te hebben met haar dochter in het hiernamaals, begint er een ware helletocht voor het koppel, waarin niets is wat het lijkt en waar verleden, heden en toekomst in mekaar overvloeien, tot het onvermijdelijke gebeuren zal.

Het is weinig films gegeven dit onderwerp aan te kaarten zonder te hervallen in de gebruikelijke pseudo religieuze nonsens, maar "Don't look now" speelt het klaar. Sterker nog, het is één van de meest geloofwaardige, naturalistische bovennatuurlijke thrillers ooit gemaakt. De film deed met denken aan "Rosemary's baby" met als grote verschil dat "Don't look now" minder statische beeldvoering heeft (meer naturel), meer symboliek bevat en sneller aangeeft dat het bovennatuurlijke een rol speelt, iets wat bij "Rosemary's baby" tot op het einde twijfelachtig blijft. Het is een meditatiefilm, die de dood van een geliefde en de verwerking ervan koppelt aan de twijfelachtige hoop dat er leven na de dood is en dit presenteert volgens een caleidoscopische beeldenstroom waarin het verleden, het heden en de toekomst elkaar kruisen. Gedurende het verloop van de film krijgt de kijker het ene na het andere voorteken te zien, waaruit men kan concluderen dat de uitkomst van de situatie onvermijdelijk is, ongeacht wat er gebeurt.

De film speelt zich (bijna) volledig af in Venetië, de romantische stad bij uitstek, maar regisseur Nicolas Roeg brengt de stad in beeld als een wegrottend, van donkere steegjes voorziene labyrinth waarin alles en iedereen verdacht lijkt en de meest dagelijkse dingen nachtmerrieachtige allures krijgen. Ook de acteerprestaties zijn fantastisch. Donald Sutherland en Julie Christie zijn, in tegenstelling tot de meeste filmkoppels, twee mensen van vlees en bloed die, ondanks hetzelfde gemis, een andere kijk hebben op wat het leven kan betekenen na het verlies van een kind. Hij is sceptisch wat betreft leven na de dood (ondanks het feit dat hij die ene fatale dag had aangevoeld wat er ging gebeuren), terwijl zij zich gewillig laat meesleuren in de wereld van paragnosten en zieners.

SPOILER ALARM!!!

Het einde van de film is eentje die de meningen zal verdelen, daar het nogal onwaarschijnlijk lijkt en weinig antwoorden biedt op al het voorgaande. Maar voor mij werkt het wel. En hoewel het voor mij ook onduidelijk is wie of wat die kleine, in een rood jasje gehulde dwerg nu eigenlijk echt is, gaf het mij een rilling over de rug die twee dagen is blijven natrillen. Het einde is ronduit ijzingwekkend.
Er zijn verschillende theorieën mogelijk omtrent de dwerg. Ofwel is het gewoon de moordenaar die Venetië teistert (iets wat sporadisch word aangehaald gedurende het verloop van de film), ofwel is het een manifestatie van een onverwerkt trauma, een onverwerkt verleden dat zich wreekt, het uitzicht op een nieuwe toekomst belemmerd en de vorm aanneemt van iets vertrouwd en herkenbaar (het dochtertje met de rode jas), met alle gevolgen van dien. Hoe dan ook, deze film is een klein meesterwerk dat zich laat bekijken als een thriller maar eigenlijk zoveel meer is en welke baadt in een sfeer van echo's uit een traumatisch verleden. Een niet te missen filmervaring.

maandag 8 oktober 2012

MAD MAX TRILOGIE

MAD MAX (1979)     ***

Eind jaren zeventig kwam de Australische cinema in opmars met enkele sterke, van alle Hollywood-clichés gespeende genrefilms zoals "Long weekend" (1978), "Road games" (1978) en "Mad Max", welke de bekendste was. Het is een futuristische variant op het aloude wraakverhaal, waarin de gedupeerde van dienst, hier Max Rockatansky, zijn dierbaren verliest en als eenzame wraakengel de daders één voor één de pan in hakt, liefst op een zo brutaal mogelijke wijze.
Waar de film in verschilt van andere gelijksoortige vigilante films is de setting. Daar waar "Death Wish" (1974) en "Rolling thunder" (1978) zich afspelen in een grootstad, speelt "Mad Max" zich af in de Australische outback, wat de film een origineel kader geeft.

Max Rockatansky is een van de vele interceptors, een soort highway police force die, in een niet zo verre toekomst, de straten vrij moeten houden van gewelddadige motorbendes. Wanneer één van de bendeleiders bij een poging tot arrest verongelukt, wordt Max' leven grondig doorheen geschud.  Niet alleen verliest hij zijn beste vriend, ook zijn vrouw en zoontje vallen in handen van de nietsontziende bendes en worden zonder pardon afgeslacht. Dit is de start van een dolle rit doorheen een post apocalyptische wereld waarin opgefokte motards de plak zwaaien en ordediensten alle middelen inzetten om de beschaving staande te houden.

"Mad Max" was een fenomeen. Het was de debuutfilm van zowel regisseur George Miller als hoofdacteur Mel Gibson (die bekendheid verwierf, maar zich pas na "Lethal weapon" superster mocht noemen). Miller, die de film volledig op zijn kamer monteerde en zelfs zijn eigen wagen in de prak liet rijden tijdens de opnames, was voormalig dokter en had al een paar kortfilms gemaakt alvorens op de proppen te komen met deze zelf gefinancierde, maar uiterst vakkundig gemaakte B-film. Het is een gewelddadige actiefilm geworden, die qua stijl en montage voor in zijn tijd zeer vernieuwend was en een reeks copycat klonen opleverde, welke nog niet in de buurt kwamen van hun grote voorbeeld. "Mad Max" raast voorbij, is ongemeen intens en zit boordevol stunts en waaghalzerij. Het is een behoorlijk donkere, compromisloze film die het harde wraakverhaal koppelt aan woeste achtervolgingen, uniek is in zijn soort (daar de film het geweld niet verheerlijkt en exploiteert, iets wat wel vaker gebeurde bij het vigilante-genre -zie "The exterminator" (1980), en al de "Death wish" vervolgfilms) en een toekomstvisie tentoonspreidt die, in de SF hoogdagen (Star Wars was een trendsetter), zeer vernieuwend was. En ons natuurlijk met "The Road Warrior" een vervolg gaf dat beter was dan zijn voorganger (een uiterst zeldzame gebeurtenis in filmland).

THE ROAD WARRIOR (MAD MAX 2) (1981)     ****

"Mad Max 2" of in Amerika beter bekend als "The Road Warrior" ("Mad Max" werd daar pas uitgebracht NA het verschijnen van deel 2) is één van de beste vervolgfilms ooit. Het is heuse tour de force waarin de post apocalyptische wereld verder werd uitgepuurd, de actiescenes nog intenser werden gemaakt en een paar onvergetelijke karakters werden geïntroduceerd (The humungus  is en blijft een fascinerende creatie). Waar de film voornamelijk in verschilt met het eerste deel is de toon. "Mad Max" was een brutale wraakfilm, die weinig aan de verbeelding overliet en op bepaalde momenten bijzonder geweldadig was. "The Road Warrior" heeft een meer comicbookachtige stijl, waarin geweld nog steeds prominent aanwezig is, zij het geleverd met een dosis gezonde zwarte humor.

Enkele jaren na de lotgevallen uit de eerste film is Max een eenzame doler. De maatschappij is gevallen en een politiemacht onbestaande. Fossiele brandstoffen zijn schaars, geweld en aanranding dan weer schering en inslag. Wanneer Max een man uit de handen van een sadistische bende rovers redt, komt hij terecht in een soort nederzetting waar het volk ten alle koste hun brandstof wil verdedigen tegen the humungus, de sadistische bendeleider, gehuld in leer en voorzien van een Schwarzenegger lichaam en dito accent (just walk away). Hoewel Max alle betrokkenheid probeert te vermijden, sluit hij toch een deal om de bewoners te helpen met het verhuizen van hun olietanker, in ruil voor enkele liters brandstof.

Al vanaf de waanzinnig knap gemaakte, adrenaline pompende proloog (een korte samenvatting van de eerste film) wordt het duidelijk dat "The Road Warrior" een actiefilm is die grenzen verlegt. Van de setting tot de onwaarschijnlijk spectaculaire stunts, alles in dit deel is bigger and better dan zijn voorganger. De donkere toon werd vervangen door een meer ludieke aanpak, zonder aan kracht in te boeten. Integendeel, deze film is het hoogtepunt uit de reeks en ongeëvenaard in de snelheid waarmee hij van het beeld spat. Elke achtervolgingsscene overtreft de vorige en hoewel the humungus relatief weinig in beeld komt, is het een vijand om nooit meer te vergeten. Ook leuke bijfiguren zoals het kleine jongetje, gewapend met een messcherpe boomerang, en gyropilot Bruce Spence. Het laatste half uur is van het beste wat popcorn cinema te bieden heeft en zal menig kijker doen happen naar lucht. Het is een weergaloos spektakel en nog steeds één van de beste actiefilms ooit op pelicule vastgelegd.

MAD MAX BEYOND THUNDERDOME (1985)    ***

Deel 3 is de meest ambitieuze van de drie, maar tegelijk ook het meest overdone, op het randje van absurd en bij momenten zo sentimenteel dat je als kijker het gevoel krijgt dat Spielberg in de regiestoel zat. Maar het is en blijft een Mad Max film en dit wil zeggen dat er actiescenes in zitten die de verbeelding tarten, voornamelijk de scenes in de thunderdome, die tot de beste van de reeks behoren.

Deel 3 verhaalt zich net als deel 2, met een nederzetting ter grote van een hele stad (Bartertown), Max als gevangen in een ondergrondse gevangenis (Underworld) en natuurlijk een vijand van dienst, in dit geval eerst Masterblaster en dan Aunty Entity (Tina Turner). De Thunderdome uit de titel duidt op een ijzeren kooi (een soort arena) waarin vetes worden beslecht met een gevecht op leven en dood.

Het grote probleem van "Mad Max beyond Thunderdome" is dat je onmiddellijk voelt dat Hollywood de grote geldschieter was voor dit deel, daar het een opgeblazen, afgelikte, van alle zwarte humor ontdane avonturenfilm is die bij momenten zo saai wordt dat je jezelf afvraagt of Max eigenlijk nog wel mad is. Ik heb het natuurlijk over het tweede deel van de film waar Max terechtkomt in een commune van kinderen die, al jaren wachtend op een messias, in Max een waar Jezus-figuur zien. Het is een stijlbreuk die de film afzwakt en het doet lijken alsof hij gemaakt werd voor een jong publiek. Men kan dit zien als de film waarin Max in het reine komt met zichzelf aan de hand van pseudo-religieus gebazel, maar het is vooral een tactische (?) zet om "Mad Max" te bombarderen tot familievertier. Hier tegenover staat dan weer een fantastische, sfeervolle eerste helft waarin Max het in de thunderdome opneemt tegen Masterblaster, een tweedelige vechtmachine en tevens leider van Underworld, een soort gevangenis waar varkensstront (!) wordt omgezet in energie. Ook de laatste scene mag er wezen, ondanks dat het een (meer dan behoorlijk) doorslagje is van de eindscene in "The Road Warrior". Voor de rest de zwakste uit de reeks, maar nog altijd stukken beter dan het gros van actiefilms uit zijn tijd en alleen al de moeite waard voor de ijzersterke gevechten in de thunderdome, die zo virtuoos zijn dat je er van begint te duizelen.

donderdag 4 oktober 2012

SUSPIRIA (1977)

***1/2

Dario Argento, de bekendste regisseur in het giallo-genre (een mix van occulte horror, slasherfilm en een detective verhaal) kwam begin jaren 70 in opmars met enkele straffe giallo-films ("Deep red", "The bird with the crystal plumage") om in 1977 zijn ultieme meesterwerk af te leveren. "Suspiria" hoort niet echt thuis in giallo-genre daar het enkel de occulte horror belicht en weinig of geen verhaal vertoont en het vooral gemunt heeft op de zintuigelijke waarnemingen. "Suspiria" is een streling voor het oog, een feest voor de oren en is tegelijk boedmooi en griezelig spannend. Al vanaf de eerste minuut wordt de kijker ondergedompeld in een niets aflatende beeldenstroom waar sfeer belangrijker is dan het verhaal en voor één keer is dit niet storend. Integendeel, het geeft "Suspiria" een uitermate intense bovennatuurlijke feel die negentig minuten lang de kijker van de ene prachtige en verbazingwekkende scene naar de andere loodst. Argento is een perfectionistische beeldenkunstenaar en bij deze film was hij op de top van zijn kunnen.

Het verhaal begint bij Suzy, een jonge amerikaanse ballerina die, op uitnodiging van een prestigieuze balletschool, afreist naar Europa om daar carriere te maken. Algauw raakt zij hierbij verstrikt in een wespennest van hekserij, nachtelijke rituelen en bloedige moorden. Het blijkt dat de stichter van deze balletschool een eeuwenoude heks is, met een voorliefde voor jonge vrouwen. Terwijl Suzy aan deze beproeving probeert te ontsnappen, wordt ze achterna gezeten door een seriemoordenaar die één voor één de jonge schoolgaande vrouwen uitmoordt en meer met de hele zaak te maken heeft dan eerst werd gedacht.

Eerlijkerwijs kan men stellen dat een verhaal in "Suspiria" onbestaande is en de film eigenlijk meer een aaneenschakeling van set-pieces is, gehuld in sinistere neon verlichting (meestal rozig!), dan een coherent, stelselmatig opgebouwd verhaal. Normaal gezien heeft dit invloed op mijn kritiek maar voor "Suspiria" werkt het. Sterker nog, het is een pluspunt die de waanzin versterkt, de dromerige sfeer uitpuurt en de film onvoorspelbaar maakt, iets waar veel griezelfilms nog van kunnen leren.
Er zitten ongeloofelijk sterke scenes in de film, waaronder de eerste 15 minuten, de scene met de prikkeldraad, de scene met de blinde man en zijn hond en de finale.
Ook de demonische soundtrack van Goblin, een italiaanse prog-rock band, is wederom fantastisch.

Wel opgelet, mensen die enkel houden van realistische(?) horrorfilms dienen "Suspiria" te mijden.
Het is een sfeervolle film waar de belichting, de mise en scene en de muziek meer impact creeeren dan de liters bloed die vloeien (welke zéér rood gekleurd is) en waar sfeerschepping primeert op de schrikeffecten. Maar als dat je ding is, is "Suspiria" een niet te missen meesterwerk.
Kreeg twee inferieure vervolgen, met name "Inferno" (1980) en "Mother of tears" (2007), waarvan "Inferno" de betere is.

PROMETHEUS (2012)

**1/2

Een dikke 30 jaar na het fantastische "Alien" (1979) keert regisseur Ridley Scott terug naar het genre dat hem groot maakte met een prequel (of beter gezegd : uitgesponnen proloog) op deze terechte klassieker, dat zich in hetzelfde universum afspeelt, maar ambitieuzer is en ook een heel pak minder spannend en interessant. Over het verhaal ga ik niet uitwijden daar het niet veel om het lijf heeft en weinig coherent is, net als de griezelige beestjes in deze film.

"Prometheus" moet het vooral hebben van zijn visuele effecten en die zijn imponerend. Het is misschien wel de mooist ogende SF film van de afgelopen 10 jaar (samen met "Sunshine" (2007) van Danny Boyle), maar voor al die pracht en praal zijn er evenveel absurde plotwendingen en vertoont het scenario hele grote zwarte gaten. Alsof de schrijver van dienst elk idee (goed of minder goed) kost wat kost wou behouden en zich in bochten wringt om ze allemaal tot één coherent geheel te smeden en dat is waar de film faalt. Het is een zootje en wetende dat de scenarist van dienst de man achter "Lost" is zegt meer dan genoeg.

Het begint nochtans veelbelovend, met een prachtige proloog waarin de onstaansgeschiedenis van de mens uit de doeken wordt gedaan (iets met een buitenaards wezen en een zwarte vloeistof) en de beginscenes in het ondergronds gangenstelsel, die een unheimische sfeer oproepen en sterk doen denken aan "Alien". Maar dan loopt het mis. Wat volgt is een overrompeling van special effects, waarbij allemaal rare beestjes rare dingen doen met de mensen die er mee in contact komen en waarbij de logica ver zoek is.
Er worden ruimtewormen, spacezombies, inktvisbaby's en groot uitgevallen facehuggers op de kijker losgelaten, maar geen enkel van deze griezels heeft de visuele uitstraling, laat staan de impact van hun grotere broer, de xenomorph. Er zitten enkele knappe en toch wel spannende scenes in de film (de operatie! de zandstorm!), maar deze wegen niet op tegen de belachelijke plottwists en de onduidelijke beweegredenen van bijna elk personage. Van de acteurs kan ik enkel zeggen dat Michael Fassbender geweldig is en de rest van de cast middelmatig. "Prometheus" is een peperdure, opgeklopte, onsamenhangende SF film die zijn hoge verwachtingen spijtig genoeg niet inlost, alleen op visueel vlak verbluffend is en heel wat "Alien" fans zal verbazen... en niet in positieve zin. Zonde.

dinsdag 2 oktober 2012

KILLER JOE (2012)

***

Matthew McConaughy is killer Joe en killer Joe is Matthew McConaughy. Zonder zijn ingetogen maar intense vertolking zou de film niet eens de moeite waard zijn om te zien daar het verhaal maar pover is (één simpele plotwending is net iets te weinig) en soms zelfs een beetje slaapverwekkend.
Maar Matthew dus... de voormalige posterboy en knappe bink speelt in "Killer Joe" de rol van zijn leven.
Het is gemakkelijk om in dit soort waanzinnige rollen over the top te gaan en te hervallen in de Tony Montana routine (veel gebrul, gedreig en gevloek, maar weinig inhoud), maar McConaughy blijft verassend kalm in zijn rol van huurmoordenaar/flik en geeft de film een welgekomen dreiging mee.
Killer Joe Cooper is onaantastbaar, onvoorspelbaar en compleet gestoord, alsook charmant, slim en welbespraakt.

Wanneer Chris, een twintiger uit een disfunctionele trailer trash familie zijn schulden niet kan terug betalen aan de lokale gangsterbaas, komt hij op het idee zijn moeder te laten vermoorden. De vrouw liet namelijk een levensverzekering van 50000 dollar afsluiten met als begunstigde Dottie, haar enige dochter en zus van Chris. Wanneer Chris zijn plannen voorlegt aan vader Ansel, en deze akoord gaat, huren beide heren Killer Joe in. Een gladde politieman die na zijn uren bijklust als huurmoordenaar. Er is echter één probleem. Joe voert het plan enkel uit indien hij op voorhand een bedrag van 25000 dollar ontvangt en maakt hier geen uitzondering op. Maar wanneer Joe de jonge Dottie in zijn vizier krijgt geeft hij beide heren de keuze : ofwel het geld ofwel Dottie als onderpand. Hoewel Chris in eerste instantie zijn zus liever niet in de handen van deze gewetenloze moordenaar duwt, wordt het algauw duidelijk dat dit zijn enige optie is. Dottie, die weinig of geen inbreng heeft in heel de zaak, voelt zich echter aangetrokken tot Joe en gaat tot Chris' verbazing akkoord om Killer Joe te vergezellen tot de zaak beslecht is. Maar wanneer de moeder vermoord wordt en het geld niet Dottie maar Rex (de nieuwe partner van de moeder) tegemoet komt, krijgt het simpele plan allures van een nachtmerrie en moet Chris zijn zus (alsook zichzelf en zijn familie) zien te redden uit de handen van Killer Joe.

William Friedkin, regisseur van genreklassiekers als "The french connection" (1971), "The excorcist" (1973) en "To live and die in LA" (1985) en tevens jongste regisseur ooit die een oscar won (31 jaar, voor "the french connection"), levert op 78-jarige leeftijd zijn meest radicale, compromisloze film af. Het is een gitzwarte film noir die tegelijk grappig, shockerend en ultrageweldadig is (één woord : soepblik), niets of niemand ontziet en naar alle waarschijnlijkheid puriteins Amerika op zijn grondvesten laat daveren. Het lijkt wel het trailer trash broertje van "Fargo" (1996) maar dan zonder het snedige scenario. Visueel is deze donkere film onberispelijk, met prachtige fotografie (die sporadische bliksems!) en dito beeldvoering. De acteurs (met als enige uitzondering Emile Hirsch) zijn geweldig en de sfeer beklemmend en hoewel het magere verhaal geen 90 minuten blijft boeien weet Friedkin de kijker toch mee te slepen in zijn ziek wereldje om in de laatste 10 minuten alle remmen los te gooien en de finale te laten ontaarden in een shockerende aaneenschakeling van brutaal geweld en ziekelijke humor (het veelbesproken kippeboutje). Tot dan is de film bij vlagen geniaal, maar meestal sober, traag en onderkoeld en is het de verdienste van McConaughy dat men uberhaubt de hele rit uitzit. Zijn Killer Joe is de sterkste filmslechterik in lange tijd (de eerste echt memorabele sinds Javier Bardem in "No country for old men") en verdient voor mijn part een Oscar-nominatie. Killer Joe is een mens van vlees en bloed, geen typisch overdadige slechterik maar een beredeneerde psychopaat die, ondanks zijn kilheid, toch menselijke trekken vertoont en zelfs op bepaalde momenten sympathiek overkomt. En dat is de kracht van "Killer Joe", een geschifte film vol geschifte personages die 2 sterren krijgt voor de film zelf en één ster voor Matthew McConaughy. See you at the Oscars Matthew.

maandag 1 oktober 2012

MEN IN BLACK 3 (2012)

**

Tien jaar na het meer dan overbodige "Men in black 2" keren Will Smith en Tommy Lee Jones, in zwart maatpak en bijhorende Ray Ban zonnebril, terug om het universum en vooral moeder Aarde te behoeden voor intergalaktisch ruimtegespuis. Het eerste deel was een leuk SF-avontuur met goede ideeen, een gepaste cast en veel onnozele humor. Deel 2 was een lauw afkooksel hiervan, waarin de beste grappen uit het eerste deel tot vervelens toe werden uitgemolken (zie Frank de mopshond) en het flinterdunne verhaal zo banaal was dat zelfs de jongsten onder ons hunkerden naar een beetje meer plot.

En dan nu deel 3. Men kan zichzelf de vraag stellen wat het nut is van een oude, ietwat gefaalde franchise nieuw leven in te blazen, om dan op de proppen te komen met een halfslachtig verhaal over tijdreizen en de gevolgen hiervan. Bijster origineel is het zeker niet en de uitwerking ervan al evenmin. Op het einde krijgen we een twist die de geoefende kijker al van lichtjaren ver ziet aankomen en zelfs nul verrassing in petto heeft, emotioneel geforceerd lijkt en eigenlijk voor elke kijker boven de 5 jaar een beledeging is.

Het verhaal gaat als volgt. Boris the animal, een buitenaardse crimineel, ontsnapt uit de gevangenis en keert terug in de tijd om K (Tommy Lee Jones) te vermoorden. Wanneer dit gebeurt en K van de aardbol verdwenen is, is het aan J (Will Smith) om terug te keren naar die fatale dag, om Boris te stoppen en K te redden. En alle tijdreisparadoxen ten spijt is de uitwerking ervan zo pover dat ik op het einde hoopte een Delorean te zien, om samen met Doc en Marty terug te keren naar de toekomst. Er zitten maar weinig goede vondsten in de film en de acteurs zijn zoals gewoonlijk degelijk, maar niet meer dan dat. Enkel Josh Brolin, in een jongere versie van K, is de moeite waard en buiten enkele goede special effects (die roterende autootjes!) is zelfs de look van de film niet echt overtuigend (terwijl deel 1 in zijn tijd toch best origineel was). Voor mensen die Men in black koesteren en deel 2 misprijzen, gelieve deze film te mijden. En zij die toch nieuwsgierig zijn, wees gewaarschuwd, er valt niets nieuws te ontdekken, het verhaal is stupide en de special effects zijn naar hedendaagse normen maar heel gewoontjes. Spijtige zaak.