maandag 26 november 2012

TIJDLOZE KLASSIEKERS TOP 25

Volgende lijst bevat de beste films allertijden. Mijn persoonlijke alsook erkende favorieten die de tand des tijds voor altijd zullen doorstaan...

25 - MEMENTO (2002)    ****    regie : Christopher Nolan

24 - STAND BY ME (1986)    ****     regie : Rob Reiner

23 - BADLANDS (1971)   ****   regie : Terence Malik

22 - CIDADE DE DEUS (2002)   ****   regie : Fernando Mirreilles

21 - JAWS (1975)   ****   regie : Steven Spielberg

20 - THE FRENCH CONNECTION (1971)    ****    regie :  William Friedkin

19 - CARLITO'S WAY (1993)    ****    regie : Brian Depalma

18 - VERTIGO (1958)    ****    regie : Alfred Hitchcock

17 - MAGNOLIA (1999)   ****    regie : PT Anderson

16 - GOODFELLAS (1990)    ****   regie : Martin Scorsese

15 - BLADE RUNNER (1982)    ****    regie : Ridley Scott

14 - RESERVOIR DOGS (1992)    ****   regie : Quentin Tarantino

13 - PSYCHO (1960)   ****   regie : Alfred Hitchcock

12 - THE GODFATHER part 2 (1974)   ****   regie : Francis Ford Coppola

11 - THE GODFATHER (1972)   ****   regie : Francis Ford Coppola

10 - THE GRADUATE (1967)    ****    regie : Mike Nichols

9 - ONCE UPON A TIME IN THE WEST (1968)   ****    regie : Sergio Leone

8 - APOCALYPSE NOW (1979)    ****   regie : Francis Ford Coppola

7 - ROSEMARY'S BABY (1968)    ****    regie : Roman Polanski

6 - 2001 : A SPACE ODYSSEY (1968)    ****   regie : Stanley Kubrick

5 - TAXI DRIVER (1976)   ****   regie : Martin Scorsese

4 - CHINATOWN (1974)    ****    regie : Roman Polanski

3 - REAR WINDOW (1954)   ****   regie : Alfred Hitchcock

2 - PULP FICTION (1994)    ****    regie : Quentin Tarantino

1 - ONCE UPON A TIME IN AMERICA (1984)    ****    regie : Sergio Leone

Omdat de algemene top 25 bestaat uit erkende, gedoodverfde klassiekers geef ik mijn alternatieve top 25 mee, wat wilt zeggen dat het om persoonlijke klassiekers gaat, niet zozeer algemeen geliefd maar voor mij persoonlijk toch een (klein) meesterwerk...

25 - GROUNDHOG DAY (1993)   ***1/2   regie : Harold Ramis

24 - RAISING ARIZONA (1987)    ***1/2    regie : The Coen Brothers

23 - THE VIRGIN SUICIDES (1999)    ***1/2   regie : Sofia Coppola

22 - ASSAULT ON PRECINCT 13 (1976)   ***1/2   regie : John Carpenter

21 - SUSPIRIA (1977)    ***1/2   regie : Dario Argento

20 - DONNIE DARKO (2002)    ***1/2     regie : Richard Kelly

19 - DON'T LOOK NOW (1973)   ***1/2   regie : Nicolas Roeg

18 - THE PRINCESS BRIDE (1987)    ***1/2    regie : Rob Reiner

17 - THE WICKER MAN (1973)   ***1/2    regie : Robin Hardy

16 - FRESH (1994)    ****    regie : Boaz Yakin

15 - BOOGIE NIGHTS (1997)   ****   regie : PT Anderson

14 - WALL-E (2008)   ****   regie : Andrew Stanton

13 - EDWARD SCISSORHANDS (1991)   ****   regie : Tim Burton

12 - DIRTY HARRY (1971)    ****    regie : Don Siegel

11 - AUDITION (1999)    ****   regie : Takashi Miike

10 - LEON (1994)   ****    regie : Luc Besson

9 - THE EVIL DEAD (1982)   ****   regie : Sam Raimi

8 - LA HAINE (1995)    ****    regie : Mathieu Kassovitz

7 - BLOW OUT (1981)    ****   regie : Brian Depalma

6 - RAIDERS OF THE LOST ARK (1981)   ****    regie : Steven Spielberg

5 - ALIENS (1986)    ****   regie : James Cameron

4 - TEXAS CHAINSAW MASSACRE (1974)   ****    regie : Tobe Hooper

3 - TRILOGY OF THE DEAD  (1968 - 1985)    ****   regie : George A. Romero

2 - BARRY LYNDON (1975)   ****    regie : Stanley Kubrick

1 - LOST IN TRANSLATION (2001)    ****    regie : Sofia Coppola


maandag 19 november 2012

OVER HET PAARD GETILDE KLASSIEKERS

Hier bespreek ik enkele zogenaamde klassiekers, enkele films waar ettelijke miljoenen mensen het warm van krijgen en dus beschouwd worden als all time classics, maar die mij om een of andere (gegronde?) reden koud laten. Dus wees niet boos... "it's only an opinion... they're like assholes, everybody has one" ("Dirty Harry).

GLADIATOR (2000)    **1/2

Het grote probleem van "Gladiator" is dat de film al zijn kruit verschiet in de eerste grote gevechtsscene (in de bossen) en nadien dit hoge niveau niet meer haalt. De gevechten in de arena zijn allesbehalve slecht te noemen, maar ik kreeg telkens het gevoel dat er meer in zat. De acteerprestaties zijn goed maar het verhaal is zéér matig. Het lijkt een samenraapsel van oude Hollywoodklassiekers als Ben Hur (1954) en Spartacus (1960), maar bezit niet eens een fractie van de poetische kracht die deze films kenmerken. De visuele effecten zijn op bepaalde momenten zeer zichtbaar (het uit CGI opgetrokken Colosseum), wat uiteraard hard vloekt met de setting (het oude Rome) en het einde is zo voorspelbaar dat je na een 3 uur durende rit niet anders kunt dan te denken of het wel nodig was dit verhaal uit te breiden over zo een lange speelduur.

THERE WILL BE BLOOD (2007)   ***

Ondanks de majestueuze beeldvoering, de ijle sfeer, de diepgaande psychologische oorlogsvoering en de schitterende soundtrack blijft "there will be blood" een film die me niet ligt, al erken ik wel de passie en het talent waarmee deze film gemaakt werd.

Enkele redenen waarom "There will be blood" overschat is :

1. De algemene sfeer is deprimerend, hard en kil. Net als zijn hoofdpersonage en dus niet ieders smaak.
2. De film is pompeus, langdradig en bij momenten zeer grillig (enerzijds realistisch, anderzijds over the top)
3. Daniel Day Lewis acteert alsof hij zo nodig moet bewijzen dat hij dé grootste method actor van het moment is en bezondigd zich in het laatste half uur aan overacting (de milkshake-monoloog balanceert op het randje van camp).
4. Na twee uur lang een traag tempo aan te houden om karakter-ontwikkelingen de nodige ruimte te geven, lijkt het einde onafgewerkt en worden plot-ontwikkelingen aan een sneltempo afgehandeld.
5. De rol van Paul Dano (de priester) is een sterk staaltje van hysterisch geroep en getier, maar is dit wel acteren?
6. De hele film leidt uiteindelijk tot niets. We zien de opkomst en de ondergang van een oliemagnaat, maar krijgen uiteindelijk weinig inzicht in dit individu, wat leidt tot desinteresse van de kijker met als resultaat een onvoldaan gevoel.
7. Ik kon mezelf niet ontdoen van het gevoel dat PT Anderson (een gigantisch goede regisseur) bewust bezig was met het maken van een "klassieker". Klassiekers maakt men niet, klassiekers ontstaan uit de combinatie van talent en erkenning, iets wat het publiek beslist en niet de makers zelf.

Hoewel ik achter mijn kritiek sta en er waarschijnlijk nooit anders over zal denken (ik heb de film nu toch al 3 keer gezien) begrijp ik ook wel wat mensen er zo fantastisch aan vinden. Ik ben gewoon niet één van die mensen.

A CLOCKWORK ORANGE (1971)   ***

Nu begeef ik mij in gevaarlijk territorium. De ongenaakbare Kubrick films van kritiek voorzien? En waarom niet?
Eerlijkerwijs zijn er enkele Kubrickfilms die de status van "klassieker" niet verdienen, met name : Full metal Jacket (1987), The shining (1980), Eyes wide shut (1998) en deze "A Clockwork orange". Maar aangezien de drie andere films niet als grote werken van Kubrick worden beschouwd, laat ik deze achterwege en focus ik mij op zijn controversiele "meesterwerk" uit 1971.

De film is uniek, zoveel is zeker. Uniek in stijl, plotontwikkeling en ideeëngoed, maar valt duidelijk in twee helften uiteen. Het eerste deel is een hypergestileerde karakterschets vol geweld, sex en obscene taal. Het is het sterkste deel van de film dat tot op de dag van vandaag nog steeds niet verouderd lijkt en zelf bij momenten geniaal is. Het tweede deel is statisch, pompeus, overdreven theatraal en onevenwichtig. Het was noodzakelijk om Alex' ondergang te voorzien van een karmische ontwikkeling (hij komt zijn vroegere slachtoffers terug tegen waarbij ditmaal de rollen omgekeerd zijn) maar dit komt ongeloofwaardig en geforceerd over. Alsook is "A Clockwork orange" een aanklacht tegen nutteloos geweld, maar verheerlijkt tegelijker dit geweld (in prachtig geënsceneerde geweldscenes) om zijn punt te maken, iets wat dubieus en niet helemaal koosjer is. Ook dwingt Kubrick de kijker om sympathie te hebben voor de protagonist (welke veruit het interessantste personage van de hele film is), een verderfelijk iemand, het soort onverlaat waarop de film kritiek levert, waardoor de film al zijn authenticiteit verliest. De film is verrevan een miskleun, maar ook zeker niet de tijdloze klassieker waarvoor hij versleten wordt.

JURASSIC PARK (1993)  **1/2

Jurassic Park was in 1993 de film die iedereen moest gezien hebben (samen met "Schindler's list", ookal van Spielberg!). De combinatie van het avontuur met de dino's liet menig mensen watertanden. En toegegeven, de CGI is top notch (de eerste film die liet zien dat CGI niet persé kunstmatig hoeft te lijken), maar het verhaal is dat allesbehalve. Sterker nog, het eerste uur gebeurt er letterlijk niets, dat van zodra de monsters eindelijk in beeld verschijnen het leuke er al af is . Ik zag deze film op veertienjarige leeftijd en zelfs toen vond ik hem al langdradig, de hype niet waardig en zelfs een beetje onnozel. Zwakke film die om één of andere reden toch hoog ingeschat wordt (wat op technisch vlak te begrijpen valt, maar inhoudelijk is de film een complete sof). Enkel voor mensen die houden van eye candy (en het geduld hebben het eerste langdradige uur uit te zitten), oppervlakkige dialogen en onnozele humor.

AMELIE (2001)   **1/2

Vond... ik... zo.... kunstmatig, ....banaal.....en.....idioot.... dat.... ik.... er..... slechtgezind..... van....werd. En dat kon niet de bedoeling zijn. Veel mensen zullen mijn mening niet delen, maar ik kan niet meegaan in de geforceerde "alles is tof"-sfeer. Totaal niet mijn ding, alhoewel ik de cinematografische kwaliteiten van de film hoog inschat en af en toe wel gecharmeerd was, bleef ik op mijn honger naar diepzinnigheid zitten. Niet dat die een vereiste is maar van een film met als volledige titel " Le fabuleux destin d'Amélie Poulain" had ik net iets meer verwacht dan holle, utopische gelukzaligheid.

LA VITA E BELLA (1997)    *

Waardeloze kutfilm die zo sentimenteel is dat ik ervan zou beginnen moorden (niet letterlijk, beste vrienden!).
Hier maak ik verder geen woorden meer aan vuil. Of toch, Roberto Benigni is een irritante, hyperkinetische acteur(?) die helemaal alleen een hele film kan verkloten, en dat is niet veel mensen gegeven. Ciao!

maandag 5 november 2012

50 JAAR JAMES BOND (1962-2012)




Het toeval wilt dat uw schrijver van dienst een aantal maanden geleden te kampen had met een Bond-fixatie, waarbij hij op een tijdspanne van om en beide twee weken alle 22 bondfilms bekeken heeft en dit in  chronologische volgorde. En geen beter moment deze reeks te bespreken dan bij de release van Bondfilm 23 Skyfall. Omdat de wereld van Bond weinig of geen geheimen kent voor de meeste onder ons, zullen mijn besprekingen zich beperken tot kritiek en geen synopsis bevatten (daar de premisse van de meeste Bondfilms al een boek op zich is). Elke film wordt ook voorzien van titelsong en uitvoerder, alsook de Bond van dienst.

DR NO (1962)     ***

Bond van dienst : Sean Connery
Titelsong : James Bond Theme  

Eerste kennismaking met 's werelds meest iconische spion is een leuke avonturenfilm met ietwat hardere actie en meer "erotiek" dan de doorsnee actiefilms van zijn tijd. Werd nog niet volledig gemaakt volgens de herkenbare Bondformule maar het de toon was gezet en Dr No is nog steeds één van de meest herkenbare en interessantste van alle Bond vijanden. Leuke film die na 50 jaar nog steeds het bekijken waard is.

FROM RUSSIA WITH LOVE (1963)    ****

Bond van dienst : Sean Connery
Titelsong : From Russia with love - Matt Monroe  

De tweede en misschien wel beste Bondfilm ooit gemaakt. De formule werd stilaan zichtbaar (het befaamde 007-schot, de pre-generiek, de generiek, de titelsong, de niets aflatende actie en natuurlijk weer een fantastische vijand). De actiescènes knetteren (de boot en de helikopters), de spanning is zenuwslopend (de treinwagon), de vijand van dienst onverbiddelijk (Robert Shaw als Red Grant!) en Sean Connery bevestigd zijn status als enige echte Bond. Dé klassieker uit de reeks.

GOLDFINGER (1964)    ***1/2

Bond van dienst :  Sean Connery
Titelsong : Goldfinger - Shirley Bassey  

Volgens vele de beste Bond. Het is een geweldig leuke film, maar steunt ditmaal meer op humor, gimmicks en gadgets (de Aston Marton met schietstoel, de scrotumverbrandende laser, de bolhoed) dan op spanning. Het werd de film waarop elke volgende Bond zich aan spiegelde en doseert de humor, actie en spanning perfect. Het was het kantelpunt in de reeks, daar waar de avonturen van Bond zich meer in het fantastische dan in het realistische afspelen. De geweldig charismatische megalomane slechterik Golfinger en henchman Oddjob zijn onvergetelijke figuren en Pussy Gallore is één van de meest vrijgevochten Bondgirls. Topfilm.

THUNDERBALL (1965)    ***

Bond van dienst : Sean Connery
Titelsong : Thunderball - Tom jones  

Het grootste kassucces van alle Connery Bondfilms en ook wel bekend als de onderwater-Bond. Een beetje overdone maar nog altijd zeer genietbaar. De plot is complex, de actiescenes knap geënsceneerd (vooral het laatste ietwat langdradige onderwater gevecht), en de gadgets grootser dan ooit (de jetpack!). SPECTRE (zie "From Russia with love) keert terug als criminele organisatie met duivelse plannen.

YOU ONLY LIVE TWICE (1967)   ***

Bond van dienst : Sean Connery
Titelsong : You only live twice - Nancy Sinatra  

De Japanse Bond is de meest van de pot gerukte films uit de jaren zestig. Tevens ook de mooist gefotografeerde van de oudere Bondfilms, met adembenemende locaties en geweldige stunts (Little Nellie!).
Een beetje gedateerd wat betreft de ruimte-scenes en soms een beetje traag in plotontwikkeling, maar nog steeds zéér genietbaar. Het werd de eerste film waar Blofeld (Donald Pleasance) - van SPECTRE in beeld komt en Bond meteen een vijand biedt die meerdere malen zou terugkeren. Eén klein minpuntje : Connery had duidelijk last van zijn Bondstigma en dat zie je aan zijn acteerprestatie. Niettemin een leuke avonturenfilm die uitblinkt in zijn pracht en praal.

ON HER MAJESTY'S SECRET SERVICE (1969)    ***1/2

Bond van dienst : George Lazenby
Titelsong : On her Majesty's secret service (instrumental) - John Barry  

Tegelijk de meest verguisde alsook de meest emotionele en epische Bondfilm. Lazenby nam de fakkel over van Connery en werd hiervoor afgerekend (hij speelde de rol slechts éénmaal). Toch blinkt de film uit in de actiescenes (de lawine, de ijs-derby) en setting (het gebouw op de top van een berg), en krijgt Bond terug menselijke trekken (hij trouwt zelfs!). Blofeld is terug van de partij en toont zich in deze film van zijn meest meedogenloze kant. Het einde is hartverscheurend en is voor een Bondfilm zéér donker en compromisloos, iets wat het publiek niet in dank afnam. Nog steeds de meest onderschatte film uit de reeks en zeker één van de beste. Episch.

DIAMONDS ARE FOREVER (1971)    *1/2

Bond van dienst : Sean Connery
Titelsong : Diamonds are forever - Shirley Bassey  

Connery keerde terug in de rol die van hem een superster maakte, maar kwam een film te laat. In tegenstelling tot de voorgaande film is dit een onnozele, verwarrende en compleet oninteressante film, die op het randje van camp balanceert. De proloog is veruit het sterkste van de film (Bond's zoektocht naar Blofeld) en de titelsong is de film niet waardig. Van de stereotiepe homoseksuele henchmen tot achterlijke achtervolgingsscènes (de maanbuggy!) is dit veruit de slechtse Bond uit de reeks en duidelijk geïnspireerd door Goldfinger, maar wel nog niet half zo goed. Beschamend.

LIVE AND LET DIE (1973)    **1/2

Bond van dienst : Roger Moore
Titelsong : Live and let die - Paul McCarthy and Wings  

Eerste film met Roger Moore, die duidelijk nog zoekt naar hoe het personage te profileren. Werd gemaakt tijdens de blaxploitation-hype begin jaren zeventig en gaf aan dat Bond geen trendsetter maar trendvolger was (zie ook Moonraker). Een soms nogal saaie bedoening met enkele leuke scenes maar vooral veel gimmicks en weinig inhoud. Wel een ongelooflijk knappe begingeneriek op de tonen van "Live and let die" die de sfeer en stijl van de film kracht bijzet en nog steeds één van de betere Bondnummers ooit gemaakt.

THE MAN WITH THE GOLDEN GUN (1975)   **

Bond van dienst : Roger Moore
Titelsong : The man with the golden gun - Lulu  

Volgens de meeste Bondfans de minste uit de reeks. Het is bijna een parodie op de voorgaande Bonds, waarin alles uitvergroot en tot in het belachelijke wordt getrokken (henchman Nick Nack iemand?). Er worden Macguffins (de Solar Agitator) bijgehaald zonder duidelijke reden, en dit enkel om de film interessanter te maken, wat niet echt lukt. De film bevat wel één van de knapste autostunts ooit gefilmd en de Thaise locaties zijn adembenemend. Scaramanga (Christopher Lee) redt de film van totale vernedering en is nog steeds één van de meer fascinerende antagonisten uit de hele reeks. Matig.

THE SPY WHO LOVED ME (1977)   ***

Bond van dienst : Roger Moore
Titelsong : Nobody does it better - Carly Simon  

Na het vrij sobere "The man with the golden gun" werd het tijd voor een groots opgezet Bondavontuur en dit is waar "The spy who loved me" scoort. Het is een visueel festijn met grootse sets en indrukwekkende actietaferelen, en daar waar de plot rammelt langs alle kanten, blijft de rit 2 uur lang entertainenen. Tevens het debuut van Jaws, één van Bonds meest gevaarlijke vijanden en bevat één van de meest cheesy maar toch geweldig leuke titelsongs. De proloog is één van de beste uit de reeks, met een stunt die (zeker in die tijd) alle verbeelding tart. Leuk entertainment.

MOONRAKER (1979)    ***

Bond van dienst : Roger Moore
Titelsong : Moonraker - Shirley Bassey 

Na de star wars-hype was het de beurt aan James Bond om een zijn eigen ruimte-avontuur tot een goed einde te brengen. Terend op het succes van "The spy who loved me" was dit het grootste kassucces tot dan toe en werd het record pas verbroken door "Goldeneye", een dikke vijftien jaar later. Het is ook de onnozelste van alle Bondfilms, die meer lijkt op een klucht dan op een serieuze spionagefilm. Deze peperdure produktie rammelt langst alle kanten, maar weet toch op één of andere manier boeiend en zelfs op momenten leuk te blijven. Het laatste ruimtegevecht is chaotische drukdoenerij, met lazers en vijanden in astronautenpakjes, dat menig kijker zal laten gissen wat er nu juist aan het gebeuren is. Toch een gezellige trip doorheen verschillende locaties (van Venetië tot de ruimte), met leuke (de Lotus!) en minder leuke (de gondelwagen!) gadgets en véél, heel véél stunts en onnozele humor.

FOR YOUR EYES ONLY (1981)   ***

Bond van dienst : Roger Moore
Titelsong : For your eyes only - Sheena Easton 

Na de excessen van "Moonraker" kwam Bond terug met zijn voeten op de grond in dit sober, maar spannend spionage-avontuur. Het werd de beste film met Roger Moore als James Bond, en hoewel de pregeneriek misplaatst en overbodig lijkt, is de rest van de film meer dan onderhoudend, met veel actie en achtervolgingen, goed uitgebalanceerde humor en een geweldig knap geënsceneerde onderwaterscene.

OCTOPUSSY (1983)   *1/2

Bond van dienst : Roger Moore
Titelsong : All time high - Rita Coolidge  

Niet de minste uit de Roger Moore reeks, dat is "A view to a kill", maar toch een klein fiasco. Nog steeds volgestouwd met onnozelheden, absurde plotwendingen, veel te veel personages en een veel te oud geworden Moore, die nog steeds aanpapt met jonge deernes, veel actie en weinig spanning. James Bond gaat zelfs verkleed als clown zijn vijanden te lijf en dit zorgt voor onbedoeld komische situaties die hilarisch zijn voor al de foute redenen. De foute titel en titelsong, veel te lang en veel te overdreven maken van deze film één van de minste uit de hele serie. Maude Adams (Octopussy) speelt haar tweede rol in een Bondfilm (na "The man with the golden gun"). Ook bekend als de Indische Bond.

A VIEW TO A KILL (1985)    *1/2

Bond van dienst : Roger Moore
Titelsong : A view to a kill - Duran Duran  

Het dieptepunt uit de Moore-periode, tevens zijn laatste Bondfilm. De hoogbejaarde Bond beleeft zijn meest saaie avontuur in een film die plotgewijs allerlei ideeën uit voorgaande delen steelt (operation Main Strike), maar nooit het niveau van een leuke Bondfilm haalt. De schurken van dienst zijn Christopher Walken als Max Zorin en diens sidekick May Day (Grace Jones!). Nog steeds niet gespeend van ridicule humor (Beach Boys muziek op achtervolgingsscène), met weinig stunts die het bespreken waard zijn en een verhaal waar spanning volledig ontbreekt maken van "A view to a kill" een minderwaardige Bond. Wel leuke titelsong van Duran Duran, een perfecte mix tussen symfonische bombast en popsong.

THE LIVING DAYLIGHTS (1987)   **

Bond van dienst : Timothy Dalton
Titelsong : The living daylights - A-ha  

Eersteling van Timothy Dalton, die prat ging op het spelen van een serieuzere Bond, waarin spanning en actie het overneemt van de algekende domme humor. Nog steeds een miskleun, deels door de saaie rol van Dalton en het veel te complexe en lang uitgesponnen verhaal. Leunt wel terug dichter aan bij de visie van Ian Flemming (de schrijver), ma blijft futloos ondanks de vele (overbodige) actiescènes en een doordeweekse vijand (Jeroen Krabbé) die uiteindelijk aan de goede kant komt te staan. Zwak.

LICENSE TO KILL (1989)    ***

Bond van dienst : Timothy Dalton
Titelsong : License to kill - Gladys Knight 

Bij uitstek de meest gewelddadige film uit de reeks. In het tijdperk van harde actiefilms als "Die Hard" (1988) en "Lethal weapon" (1987) kon Bond moeilijk achterblijven en dat is er aan te merken. De plot handelt over drugsbaron Sanchez (Robert Davi), iets wat in een Bondfilm uniek mag genoemd worden. Alsook is deze film een veredelde versie van het aloude wraakverhaal, waarin Bond zich distantieert van Her Majesty's secret service en op eenmansmissie vertrekt om zich te wreken op de belagers van zijn vriend Felix Leiter. Bevat een aantal zéér expliciete geweldscenes (de drukcabine!) en fantastische stunts (de trucks!) en is al bij al van het betere werk in de hele serie. Werd unaniem afgebroken bij de release, maar verdient een tweede opinie, daar het een meedogenloze, compromisloze en hoogst entertainende prent is.

GOLDENEYE (1995)    **1/2

Bond van dienst : Pierce Brosnan
Titelsong : Goldeneye - Tina Turner  

Na het debacle van "License to kill", was het zes jaar stil rond onze favoriete spion. Gelukkig werden we in 1995 verblijdt met de meest succesvolle Bondfilm tot dan toe. Toch is "Goldeneye" geen Bondklassieker, maar gewoon een half goede spionagefilm (hoewel niet echt realistisch, een traditie in de Bondsaga) met iets te veel ontploffingen en iets te weinig logica. De eerste film met Pierce Brosnan als Bond en meteen een financieel schot in de roos, waardoor de toekomst van de reeks verzekerd werd. De Nederlandse Famke Janssen steelt de show in haar Hollywooddebuut als Xenia Onatopp, de vrouw met de dodelijkste bovenbenen ter wereld.

TOMORROW NEVER DIES (1997)   **1/2

Bond van dienst : Pierce Brosnan
Titelsong : Tomorrow never dies - Sheryl Crow  

Een iets minder sterk deel in de reeks, op gelijke hoogte met "Goldeneye". Het zwakke motief van de megalomaan van dienst (een krantenmagnaat) en routineuze actiescenes maken van deze Bondfilm een middelmatige kijkervaring die niets nieuws te bieden heeft, maar ook niet echt slecht te noemen valt. Na het kassucces van de vorige film bleef het succes bij dit deel uit en werd de franchise weer een middelmatige bedoening.

THE WORLD IS NOT ENOUGH (1999)    ***

Bond van dienst : Pierce Brosnan
Titelsong : The world is not enough - Garbage 

Beste Bondfilm met Pierce Brosnan als 007. Werd bij de release een beetje over het hoofd gezien dankzij de middelmatigheid van het vorige deel. Toch is dit een meer gefocust avontuur, met spectaculaire actietaferelen (de pre-generiek!), een goede cast (met uitzondering van Denise Richards) en nog eens leuke slechterik met een geweldige gimmick (de kogel in zijn hoofd). Laatste film waarin Q vertolkt wordt door Desmond Llewelyn, de acteur die in 20 bondfilms meespeelde en kort na de opnames van dit deel stierf.

DIE ANOTHER DAY (2002)   **

Bond van dienst : Pierce Brosnan
Titelsong : Die another day - Madonna 

Opgeblazen actievehikel dat meer weg heeft van "XXX" dan van een Bondfilm. Bevat voor de eerste maal CGI-effecten, wat in mijn ogen een doodzonde is en hoewel het verhaal niet echt slecht genoemd kan worden zijn de gimmicks ditmaal zo ver over the top dat het lachwekkend wordt (de onzichtbare Austin Martin). Laatste Bondfilm met Brosnan in de hoofdrol.

CASINO ROYALE (2006)    ***1/2

Bond van dienst : Daniel Craig
Titelsong : You know my name - Chris Cornell 

Een nieuwe Bond en de eerste echte franchise reboot is meteen een knaller van formaat. "Casino Royale" zorgde eigenhandig voor de herwaardering van de iconische superspion en gaf blijk van een eigentijdse persoonlijkheid, waarin het welbekende seksisme de kop werd ingedrukt en plaats moet ruimen voor een gevoeligere Bond. De film bevat voor de eerste keer eens geen gimmicks en de actie toont realistischer en harder (de folterstoel!). Het is een clevere actiefilm, met een intelligent plot en straffe acteerprestaties (Mads Mikkelsen als Le Chiffre) en een openingsscène waarin de 007-titel zijn oorsprong vind, gevolgd door één van de strafste achtervolgingsscènes ooit gefilmd. Het is samen met "OHMSS" de meest emotionele film uit de reeks, zonder aan spanning in te boeten, iets wat zelden voorkomt in het Bonduniversum. De film lag ook aan de basis van de pokerhype die tot op de dag van vandaag zijn sporen nalaat. Straffe film.

QUANTUM OF SOLACE (2008)    **

Bond van dienst : Daniel Craig 
Titelsong : Another way to die - Jack White and Alicia Keys 

Een rechtstreeks vervolg op "Casino Royale", wat een unicum is in de reeks. Spijtig genoeg ook de meest stijlloze, hectische en meest overbodige film uit de hele serie. Heeft meer weg van "The Bourne identity" , met zijn shakey cam en achtervolgingsplot, dan van eender welke bondfilm.Na het fantastische "Casino Royale" is dit een zware teleurstelling, een foute wending in de Bondfranchise, vermoeiend en weinig entertainend. Zwak.

SKYFALL (2012)   ****

Bond van dienst : Daniel Craig
Titelsong : Skyfall - Adele  

Dé Bondfilm waarop de fans zaten te wachten. De perfecte mix tussen spanning, sensatie, gimmicks en realisme. Dit is visueel de mooiste uit de hele reeks, met fantastisch gefotografeerde beelden, acteerprestaties die knetteren (Bardem!), spanning die te snijden is en enkele verassingen die menig Bondfans kippenvel zal bezorgen. Het verhaal is rechtlijnig, duidelijk en toch zeer gelaagd. De locaties zijn adembenemend (het verlichte dorpje, Silva's schuilplaats en natuurlijk Skyfall zelf), de gimmicks griezelig realistisch (dat mondstuk!) en de actie knalt dat het een aard heeft. Het is de eerste Bondfilm die geregisseerd werd door een oscarwinnaar en dat zie je eraan. Er zijn geen dode momenten, geen domme grappen, geen belachelijke actiescenes en geen overbodige personages, allemaal dingen die frequent voorkwamen in voorgaande delen. De generiek moet één van de mooiste allertijden zijn. Eén nadeel, de opvolgers van "Skyfall" zal zeer, zéér sterk uit de hoek moeten komen om al dit moois te overtreffen, maar één troost : deze pakken ze ons niet meer af. Super!

donderdag 25 oktober 2012

ROSEMARY'S BABY (1968)






****

In 1969 werd Hollywood opgeschrikt door de brutale moord op Sharon Tate, de toenmalige vrouw van wunderkind Roman Polanski. De hoogzwangere Tate werd afgeslacht door volgelingen van Charles Manson, muzikant en sekteleider van de Manson-family. Wat een topjaar moest worden voor Polanski, hij leverde net dit meesterwerk af, werd algauw één van de vele dieptepunten uit zijn leven (Polanski ontsnapte op 15 jarige leeftijd uit een Pools concentratiekamp). Dit verklaart waarschijnlijk waarom al zijn films doordrenkt zijn van een niet te miskennen cynisme en zijn happy endings bij Polanski even frequent als echte emoties in romantische komedies.

Met dit in het achterhoofd krijgt "Rosemary's baby", misschien wel de beste thriller ooit gemaakt, een onwerelds kantje, alsof Satan zelve in de regiestoel zat. De film handelt immers over het verkopen van je ziel aan de duivel, in ruil voor eeuwige faam en geluk, iets waar Polanski zich op dat moment (naar eigen gevoel) aan bezondigd had. Hij was een decante regisseur die drugs en wilde feestjes niet schuwde en in Hollywood zijn wildste fantasieën kon waarmaken, dit ten koste van zijn dierbare naasten. Dit maakt van "Rosemary's baby" een film die je absoluut moet gezien hebben.

Rosemary en Guy, een pas gehuwd koppel, nemen hun intrek in het bekende Dakota building in New York (voor dit gebouw werd John Lennon in 1980 doodgeschoten door Mark Chapman). Hij is tweederangs-acteur die hoopt het te maken in de filmindustrie en zij is de vrouw die achter hem staat, hem volgt en helpt waar ze kan.
Wanneer één van de medebewoners zelfmoord pleegt komen Rosemary en Guy in contact met hun bejaarde buren, de Castevets. Dit ogenschijnlijk vriendelijk maar excentriek koppel ontfermt zich over de twee nieuwe bewoners en al gauw ontstaat er een vriendschapsband tussen beide partijen, waarin de bemoeizieke Minnie zich van haar meest opdringerige kant laat zien. Wanneer Rosemary op een nacht droomt verkracht te zijn door de Duivel, wordt haar hele leven overhoop gegooid en krijgen de normaalste zaken plots een dubbele betekenis en is niets of niemand wie of wat het lijkt.

Meer van de plot verklappen doe ik niet, dit is een film die je zelf moet ontdekken.

Wat ik wel kan zeggen is dat het een ongelooflijk knap gemaakte thriller is, die niet in zijn kaarten laat kijken tot op het allerlaatste moment, om dan de kijker te verbazen met een intense climax die dagenlang blijft nazinderen. De opbouw van het verhaal, waarin allerhande hints verborgen zitten, is zo systematisch opgebouwd dat je als kijker even hard in het duister tast als Rosemary en waarbij de uiteindelijke ontknoping een mokerslag van jewelste is. De film speelt zich ook bijna volledig af in het flatgebouw, volgestouwd met allerhande antieke meubelen, vol gangen en verborgen kamers, wat de sfeer bevreemdend en tegelijk vertrouwd maakt. Er zijn geen gimmicks, iets wat zeldzaam is in dit genre, geen overbodige religieuze nonsens en al zeker geen ongeloofwaardige plotwendingen. Ik durf zelfs stellen dat de film nog beter wordt de tweede maal dat je hem bekijkt, daar de nuances in de fantastische acteerprestaties beter tot zijn recht komen. Dit is samen met "Chinatown" (1974) het grootste meesterwerk van Polanski, en dat wil wat zeggen. Van het de eerste tot het laatste beeld is deze invloedrijke film een waanzinnige trip in het occulte, een meesterlijk opgebouwde, sfeervolle thriller die ongeëvenaard blijft in zijn genre en tot op de dag van vandaag in mijn eigen top tien aller tijden staat. Grandioos.


dinsdag 16 oktober 2012

George A. Romero's TRILOGY OF THE DEAD

NIGHT OF THE LIVING DEAD (1968)    ****




De eerste film van George A. Romero en een instant klassieker. Om dit te begrijpen keren we even terug naar de jaren zestig. In dit tijdperk waren griezelfilms voornamelijk entertainende monstervehikels gemaakt voor een breed publiek, maar eind jaren zestig, wanneer de Vietnamoorlog op zijn hoogtepunt was en Nixon aan de macht kwam, werden horrorfilms grimmiger, kritischer en relevanter.

In het begin van deze spotgoedkope film is de toon uitermate lichtvoetig, waardoor het soms lijkt alsof je naar derderangs komedie aan kijken bent. Er is weinig dreiging en buiten het occasionele schrikmoment is er relatief weinig spanning. Na de introductie van de personages en enkele pogingen tot ontsnappen verandert de toon (ergens halverwege de film) plotsklaps van luchtig naar wel zéér grimmig. Zoals voorheen al werd aangehaald was horror tot dan toe een monster aangelegenheid waarbij weinig bloed vloeide en echte terreur zo goed als onbestaande was. "The night of the living dead" was de eerste film die de gruwelijkheden liet zien, op een realistische en weerzinwekkende wijze, en hiermee heel puriteins Amerika op zijn kop zette. Nog nooit was geweld zo plastisch in beeld gebracht (men ziet de levende doden effectief aan half opgegeten botten, darmen en schedels knagen), wat er voor zorgde dat deze film aan de oorsprong van het 16+ label lag. Vanaf dit moment neemt de film een duik in het waanzinnige en wordt de spanning opgedreven tot Hitchcockiaanse proporties. Romero schuwt duidelijk geen controverse (het kind en de moeder) en geeft ons de ene intens shockerende scene na de andere, wat resulteert in een uitermate spannende en angstaanjagende finale die nu, 45 jaar later, nog steeds niks aan kracht heeft ingeboet. De film is doorspekt met kritiek op de Vietnamoorlog (Amerikanen worden afgeschilderd als schietgrage gekken - volgens het shoot first, ask questions later principe), het nog steeds aanwezige racisme (het hoofdpersonage is een zwarte man, iets wat uniek was voor zijn tijd), en de overheid (die mensen oproept te schieten op alles wat beweegt). En hoewel men niet kan ontkennen dat bepaalde scenes in de film doen denken aan "Psycho" (een ander zwart-wit horrormeesterwerk) en sommige effecten gedateerd zijn, blijft het een straffe kijkervaring die de film in het algemeen en horror in het bijzonder voorgoed veranderde.

 DAWN OF THE DEAD (1978)    ****





Het veelgeprezen vervolg op "The night of the living dead" is grootser, rauwer, explicieter, grappiger en iets minder spannend dan zijn voorganger. Ditmaal geen kritiek op de Vietnamoorlog maar wel op het consumptiegedrag van de gemiddelde Amerikaan.

Aan het begin van de film is Amerika overspoelt door levende doden, het noodsignaal is afgekondigd en heel het land staat in rep en roer. Een groepje vrienden vluchten per helicopter, op zoek naar betere oorden en houden halt aan een winkelcentrum met de intentie hier te blijven. Maar wanneer een bende motards hun zinnen hebben gezet op de inboedel van dit complex, laten ze de horde levende doden mee binnen en wordt de groep genoodzaakt te vechten voor hun leven.

Waar "Dawn of the dead" vooral in verschilt van de vorige film is de toon. Hoewel het geweld pakken explicieter is en overdadig aanwezig, is er ditmaal ruimte voor een portie (zwarte) humor. Dit maakt de film toegankelijker maar op momenten ook minder angstaanjagend dan zijn voorganger. Anderzijds was het voor zijn tijd één van de meest epische horrorfilms ooit en stond hij bekend (en was hij vooral berucht) vanwege zijn hoge hoeveelheid gore. Ditmaal in kleur zien de levende doden er (relatief) echt uit en vloeit de rode kleur rijkelijk. Vietnamveteraan Tom Savini (later ook Friday the 13th en vervolgen), gebruikte zijn op het slagveld vergaarde kennis om de film te voorzien van realistische make up effecten en droeg zo bij aan het realisme dat de film kenmerkt. Het was in die tijd ongezien dat een film de horror zo getailleerd weergaf wat, de censuurcommissie ten spijt, leidde tot een ongezien kassucces (voornamelijk in Europa) en talloze kopieën, waarvan "Zombie flesh eaters aka Zombi 2" (1979) van Lucio Fulci de bekendste is. Deze film werd in Europa zelfs uitgebracht onder het valse voorwendsel het vervolg te zijn op "Dawn of the dead" (welke in Europa als "Zombi" werd uitgebracht)!

Er bestaan 2 versies van "Dawn of the dead". Een door Romero zelf gemonteerde en een andere, iets meer op horror gerichte versie die bestemd was voor de Europese markt. De Europese versie werd gemonteerd onder toezicht van niemand minder dan Italiaans horrormeester Dario Argento (toen op de top van zijn kunnen). Beide films zijn evenwaardig daar de Amerikaanse versie meer karakterontwikkeling en minder geweld toont terwijl dit bij de Italiaanse versie net omgekeerd is.


DAY OF THE DEAD (1985)    ****







Ongemeen rauwe zombiefilm die uitermate compromisloos is en gore verheft tot een niet te onderschatten kunst. Het is een gitzwart van alle hoop ontdaan meesterwerk dat vandaag de dag nog steeds monden laat openvallen en bulkt van interessante ideeën, geschifte scenes en sterke acteerprestaties.

De hele wereld is overrompeld door wandelende doden. In een ondergrondse bunker houden enkele militairen en wetenschappers zich schuil, terwijl ze zoeken naar de oorzaak van het virus en een eventuele remedie hiervoor. Wanneer de jonge wetenschapper Sarah, haar hulpje Miguel en helikopterpiloot John de groep versterken blijkt de dreiging niet enkel van buitenaf te komen, maar ook vanuit de groep zelf. De gemoederen geraken verhit wanneer Dr. Logan, die het onderzoek naar het virus leidt en hiervoor de gevangen genomen zombies aan testen onderwerpt, gedwongen wordt zijn bevindingen te delen met de militaire instanties en hier niet aan toegeeft. Algauw verklaart Rhodes, de hoogste soldaat in rang, de oorlog aan iedereen die niet achter hem staat en wordt de levenssituatie van de onschuldige wetenschappers plots zéér penibel, met alle gevolgen van dien.


"Day of the dead", het laatste deel in de officiële trilogie, is een kopstoot van een film. Het is een pessimistische, cynische en vooral extreem harde film die enkele van de beste ideeën omtrent zombies uitspeelt tegenover de lotgevallen van de weinige overlevenden. Voor het eerst krijgen we een zombie die leren kan (Bub!), word het militaire apparaat door de mangel gehaald en krijgen we horrorscenes te zien die de verbeelding tarten (het einde is een feest voor de gorehounds onder ons). De film bevat de meeste dialogen van de hele reeks, maar aangezien ze zo sterk geschreven zijn en enkel bijdragen aan de waanzin van de situatie, is dit allesbehalve een minpunt. Sterker nog, het geeft de film een intelligente toets mee die in meeste horrorfilms (en dan zeker die van de jaren tachtig) volledig afwezig is. Het is een rauwe analyse van een extreme situatie waarin twee groepen tegen elkaar uitgespeeld worden en de uiteindelijke dreiging zich meer ondergronds (in de beveiligde bunker) situeert dan bovengronds, waar de levende doden lelijk huishouden. De film bevat scenes die je laten snakken naar adem, waaronder de ontsnapping van Miguel (de lift!), het ondergrondse gangencomplex waar de gevangen zombies één voor één worden opgehaald voor testproeven en natuurlijk de doodstrijd van Rhodes, die gepaard gaat met een van de beste one-liners uit de horrorfilmgeschiedenis (Choke on them!). Niet voor gevoelige kijkers of mensen die hun films graag luchtig zien. Dit is gitzwarte griezel, compromisloos en extreem, maar ook één van de beste zombiefilms ooit gemaakt.

vrijdag 12 oktober 2012

THE WICKER MAN (1973)




***1/2

Wanneer heeft een film de titel cultklassieker verdient?
Er zijn geen uitgesproken criteria, zodoende dat de term voor elke kijker een andere lading dekt, maar er zullen weinig mensen zijn die ontkennen dat als er één film dit label verdient, het "The Wickerman" wel is. Deze film heeft alles om in die categorie te vallen. Het is vreemde mix van detectivefilm, occulte thriller, musical en drama en laat zich niet in één hokje plaatsen. Het moet zowaar één van de vreemdste films zijn die ik zelf ooit gezien heb (en tegelijk interessant is) en een must see voor iedereen die houdt van aparte cinema, die zich niet laat begrenzen door opgelegde filmregels, maar volstrekt zijn eigen ding doet en hier ook nog mee wegkomt.

De diepgelovige Sgt. Neill Howy (Edward Woodward) ontvangt op zekere dag een brief met de vraag of hij onderzoek wilt doen naar een vermist meisje, ergens op een klein eiland aan de kust van Engeland. Wanneer hij de lokale bevolking ondervraagt blijkt algauw dat geen enkel van de bewoners het meisje kent, laat staan waar ze zou kunnen zijn. Vastberaden dit mysterie op te lossen, zet hij zijn zoektocht voort en komt hij in contact met Lord Summerisle (Christopher Lee), een sinister heerschap en tevens leider van het kleine eilandje. Hoe langer Howy tussen de lokale mensen vertoeft, hoe meer hij beseft dat er iets vreemds gaande is. Van allerhande dagelijkse rituelen tot het jaarlijkse oogstfeest, niets is wat het lijkt en dat leidt uiteindelijk tot een onverwachte, schokkende finale die verrassend genoeg volkomen logisch is en weinig kijkers onberoerd zal laten.

Wat "The Wicker man" zo speciaal maakt is de sfeer. De film speelt zich voornamelijk in klaarlichte dag af (!), combineert mysterie met musical (!), heeft weinig of geen geweldscenes en al even weinig horror. Toch weet de film een vreemde spanning op te wekken die moeilijk te duiden is. Net als Sgt. Howy ben je als kijker volledig in de ban van het kleine dorpje en zijn zonderlinge, diepgelovige inwoners en hun vreemde folklore. Het mag gezegd zijn dat deze unieke film een genre op zich is en een reeks zeer straffe scenes bevat die onwerelds en tegelijk volkomen realistisch zijn (de verleidingsdans van Bondgirl Britt Eckland, het ritueel met de zwaarden, de mislukte poging van Sgt. Howy om het eiland te verlaten en natuurlijk de fantastische finale). De acteurs zijn ronduit schitterend, de stijl van de film ongeëvenaard, de muziek (hoewel niet echt mijn ding) toepasselijk en het geheel is niet minder dan een fantastisch eigenwijze film boordevol rare individuen gehuld in kleurrijke outfits, met bizarre situaties en rituelen allerhande en een ongeloofelijk angstaanjagend opgewekt Keltisch lied in een setting dat alle verbeelding tart (dit moet je gezien hebben). Meer verklappen zou doodzonde zijn. Deze film moet je zelf ervaren, en hoewel het niet iedereen zijn smaak zal zijn, is en blijft het een unicum in de magische wereld van de film.

dinsdag 9 oktober 2012

DON'T LOOK NOW (1974)

***1/2

"Don't look now" is een film die handelt over het verlies van een kind, het vasthouden aan de herinneringen ervan en het uiteindelijk loslaten van het verleden om een nieuwe toekomst te verzekeren. Het is een doolhof van symbolische verwijzingen naar die ene fatale dag waarin het jonge meisje de dood vindt, gehuld in een waas van mysterie.

Een Brits koppel (Donald Sutherland en Julie Christie) verblijft in Venetie om de dood van hun dochter te verwerken. Wanneer de vrouw benadert word door twee bejaarde zussen, die zeggen contact te hebben met haar dochter in het hiernamaals, begint er een ware helletocht voor het koppel, waarin niets is wat het lijkt en waar verleden, heden en toekomst in mekaar overvloeien, tot het onvermijdelijke gebeuren zal.

Het is weinig films gegeven dit onderwerp aan te kaarten zonder te hervallen in de gebruikelijke pseudo religieuze nonsens, maar "Don't look now" speelt het klaar. Sterker nog, het is één van de meest geloofwaardige, naturalistische bovennatuurlijke thrillers ooit gemaakt. De film deed met denken aan "Rosemary's baby" met als grote verschil dat "Don't look now" minder statische beeldvoering heeft (meer naturel), meer symboliek bevat en sneller aangeeft dat het bovennatuurlijke een rol speelt, iets wat bij "Rosemary's baby" tot op het einde twijfelachtig blijft. Het is een meditatiefilm, die de dood van een geliefde en de verwerking ervan koppelt aan de twijfelachtige hoop dat er leven na de dood is en dit presenteert volgens een caleidoscopische beeldenstroom waarin het verleden, het heden en de toekomst elkaar kruisen. Gedurende het verloop van de film krijgt de kijker het ene na het andere voorteken te zien, waaruit men kan concluderen dat de uitkomst van de situatie onvermijdelijk is, ongeacht wat er gebeurt.

De film speelt zich (bijna) volledig af in Venetië, de romantische stad bij uitstek, maar regisseur Nicolas Roeg brengt de stad in beeld als een wegrottend, van donkere steegjes voorziene labyrinth waarin alles en iedereen verdacht lijkt en de meest dagelijkse dingen nachtmerrieachtige allures krijgen. Ook de acteerprestaties zijn fantastisch. Donald Sutherland en Julie Christie zijn, in tegenstelling tot de meeste filmkoppels, twee mensen van vlees en bloed die, ondanks hetzelfde gemis, een andere kijk hebben op wat het leven kan betekenen na het verlies van een kind. Hij is sceptisch wat betreft leven na de dood (ondanks het feit dat hij die ene fatale dag had aangevoeld wat er ging gebeuren), terwijl zij zich gewillig laat meesleuren in de wereld van paragnosten en zieners.

SPOILER ALARM!!!

Het einde van de film is eentje die de meningen zal verdelen, daar het nogal onwaarschijnlijk lijkt en weinig antwoorden biedt op al het voorgaande. Maar voor mij werkt het wel. En hoewel het voor mij ook onduidelijk is wie of wat die kleine, in een rood jasje gehulde dwerg nu eigenlijk echt is, gaf het mij een rilling over de rug die twee dagen is blijven natrillen. Het einde is ronduit ijzingwekkend.
Er zijn verschillende theorieën mogelijk omtrent de dwerg. Ofwel is het gewoon de moordenaar die Venetië teistert (iets wat sporadisch word aangehaald gedurende het verloop van de film), ofwel is het een manifestatie van een onverwerkt trauma, een onverwerkt verleden dat zich wreekt, het uitzicht op een nieuwe toekomst belemmerd en de vorm aanneemt van iets vertrouwd en herkenbaar (het dochtertje met de rode jas), met alle gevolgen van dien. Hoe dan ook, deze film is een klein meesterwerk dat zich laat bekijken als een thriller maar eigenlijk zoveel meer is en welke baadt in een sfeer van echo's uit een traumatisch verleden. Een niet te missen filmervaring.

maandag 8 oktober 2012

MAD MAX TRILOGIE

MAD MAX (1979)     ***

Eind jaren zeventig kwam de Australische cinema in opmars met enkele sterke, van alle Hollywood-clichés gespeende genrefilms zoals "Long weekend" (1978), "Road games" (1978) en "Mad Max", welke de bekendste was. Het is een futuristische variant op het aloude wraakverhaal, waarin de gedupeerde van dienst, hier Max Rockatansky, zijn dierbaren verliest en als eenzame wraakengel de daders één voor één de pan in hakt, liefst op een zo brutaal mogelijke wijze.
Waar de film in verschilt van andere gelijksoortige vigilante films is de setting. Daar waar "Death Wish" (1974) en "Rolling thunder" (1978) zich afspelen in een grootstad, speelt "Mad Max" zich af in de Australische outback, wat de film een origineel kader geeft.

Max Rockatansky is een van de vele interceptors, een soort highway police force die, in een niet zo verre toekomst, de straten vrij moeten houden van gewelddadige motorbendes. Wanneer één van de bendeleiders bij een poging tot arrest verongelukt, wordt Max' leven grondig doorheen geschud.  Niet alleen verliest hij zijn beste vriend, ook zijn vrouw en zoontje vallen in handen van de nietsontziende bendes en worden zonder pardon afgeslacht. Dit is de start van een dolle rit doorheen een post apocalyptische wereld waarin opgefokte motards de plak zwaaien en ordediensten alle middelen inzetten om de beschaving staande te houden.

"Mad Max" was een fenomeen. Het was de debuutfilm van zowel regisseur George Miller als hoofdacteur Mel Gibson (die bekendheid verwierf, maar zich pas na "Lethal weapon" superster mocht noemen). Miller, die de film volledig op zijn kamer monteerde en zelfs zijn eigen wagen in de prak liet rijden tijdens de opnames, was voormalig dokter en had al een paar kortfilms gemaakt alvorens op de proppen te komen met deze zelf gefinancierde, maar uiterst vakkundig gemaakte B-film. Het is een gewelddadige actiefilm geworden, die qua stijl en montage voor in zijn tijd zeer vernieuwend was en een reeks copycat klonen opleverde, welke nog niet in de buurt kwamen van hun grote voorbeeld. "Mad Max" raast voorbij, is ongemeen intens en zit boordevol stunts en waaghalzerij. Het is een behoorlijk donkere, compromisloze film die het harde wraakverhaal koppelt aan woeste achtervolgingen, uniek is in zijn soort (daar de film het geweld niet verheerlijkt en exploiteert, iets wat wel vaker gebeurde bij het vigilante-genre -zie "The exterminator" (1980), en al de "Death wish" vervolgfilms) en een toekomstvisie tentoonspreidt die, in de SF hoogdagen (Star Wars was een trendsetter), zeer vernieuwend was. En ons natuurlijk met "The Road Warrior" een vervolg gaf dat beter was dan zijn voorganger (een uiterst zeldzame gebeurtenis in filmland).

THE ROAD WARRIOR (MAD MAX 2) (1981)     ****

"Mad Max 2" of in Amerika beter bekend als "The Road Warrior" ("Mad Max" werd daar pas uitgebracht NA het verschijnen van deel 2) is één van de beste vervolgfilms ooit. Het is heuse tour de force waarin de post apocalyptische wereld verder werd uitgepuurd, de actiescenes nog intenser werden gemaakt en een paar onvergetelijke karakters werden geïntroduceerd (The humungus  is en blijft een fascinerende creatie). Waar de film voornamelijk in verschilt met het eerste deel is de toon. "Mad Max" was een brutale wraakfilm, die weinig aan de verbeelding overliet en op bepaalde momenten bijzonder geweldadig was. "The Road Warrior" heeft een meer comicbookachtige stijl, waarin geweld nog steeds prominent aanwezig is, zij het geleverd met een dosis gezonde zwarte humor.

Enkele jaren na de lotgevallen uit de eerste film is Max een eenzame doler. De maatschappij is gevallen en een politiemacht onbestaande. Fossiele brandstoffen zijn schaars, geweld en aanranding dan weer schering en inslag. Wanneer Max een man uit de handen van een sadistische bende rovers redt, komt hij terecht in een soort nederzetting waar het volk ten alle koste hun brandstof wil verdedigen tegen the humungus, de sadistische bendeleider, gehuld in leer en voorzien van een Schwarzenegger lichaam en dito accent (just walk away). Hoewel Max alle betrokkenheid probeert te vermijden, sluit hij toch een deal om de bewoners te helpen met het verhuizen van hun olietanker, in ruil voor enkele liters brandstof.

Al vanaf de waanzinnig knap gemaakte, adrenaline pompende proloog (een korte samenvatting van de eerste film) wordt het duidelijk dat "The Road Warrior" een actiefilm is die grenzen verlegt. Van de setting tot de onwaarschijnlijk spectaculaire stunts, alles in dit deel is bigger and better dan zijn voorganger. De donkere toon werd vervangen door een meer ludieke aanpak, zonder aan kracht in te boeten. Integendeel, deze film is het hoogtepunt uit de reeks en ongeëvenaard in de snelheid waarmee hij van het beeld spat. Elke achtervolgingsscene overtreft de vorige en hoewel the humungus relatief weinig in beeld komt, is het een vijand om nooit meer te vergeten. Ook leuke bijfiguren zoals het kleine jongetje, gewapend met een messcherpe boomerang, en gyropilot Bruce Spence. Het laatste half uur is van het beste wat popcorn cinema te bieden heeft en zal menig kijker doen happen naar lucht. Het is een weergaloos spektakel en nog steeds één van de beste actiefilms ooit op pelicule vastgelegd.

MAD MAX BEYOND THUNDERDOME (1985)    ***

Deel 3 is de meest ambitieuze van de drie, maar tegelijk ook het meest overdone, op het randje van absurd en bij momenten zo sentimenteel dat je als kijker het gevoel krijgt dat Spielberg in de regiestoel zat. Maar het is en blijft een Mad Max film en dit wil zeggen dat er actiescenes in zitten die de verbeelding tarten, voornamelijk de scenes in de thunderdome, die tot de beste van de reeks behoren.

Deel 3 verhaalt zich net als deel 2, met een nederzetting ter grote van een hele stad (Bartertown), Max als gevangen in een ondergrondse gevangenis (Underworld) en natuurlijk een vijand van dienst, in dit geval eerst Masterblaster en dan Aunty Entity (Tina Turner). De Thunderdome uit de titel duidt op een ijzeren kooi (een soort arena) waarin vetes worden beslecht met een gevecht op leven en dood.

Het grote probleem van "Mad Max beyond Thunderdome" is dat je onmiddellijk voelt dat Hollywood de grote geldschieter was voor dit deel, daar het een opgeblazen, afgelikte, van alle zwarte humor ontdane avonturenfilm is die bij momenten zo saai wordt dat je jezelf afvraagt of Max eigenlijk nog wel mad is. Ik heb het natuurlijk over het tweede deel van de film waar Max terechtkomt in een commune van kinderen die, al jaren wachtend op een messias, in Max een waar Jezus-figuur zien. Het is een stijlbreuk die de film afzwakt en het doet lijken alsof hij gemaakt werd voor een jong publiek. Men kan dit zien als de film waarin Max in het reine komt met zichzelf aan de hand van pseudo-religieus gebazel, maar het is vooral een tactische (?) zet om "Mad Max" te bombarderen tot familievertier. Hier tegenover staat dan weer een fantastische, sfeervolle eerste helft waarin Max het in de thunderdome opneemt tegen Masterblaster, een tweedelige vechtmachine en tevens leider van Underworld, een soort gevangenis waar varkensstront (!) wordt omgezet in energie. Ook de laatste scene mag er wezen, ondanks dat het een (meer dan behoorlijk) doorslagje is van de eindscene in "The Road Warrior". Voor de rest de zwakste uit de reeks, maar nog altijd stukken beter dan het gros van actiefilms uit zijn tijd en alleen al de moeite waard voor de ijzersterke gevechten in de thunderdome, die zo virtuoos zijn dat je er van begint te duizelen.

donderdag 4 oktober 2012

SUSPIRIA (1977)

***1/2

Dario Argento, de bekendste regisseur in het giallo-genre (een mix van occulte horror, slasherfilm en een detective verhaal) kwam begin jaren 70 in opmars met enkele straffe giallo-films ("Deep red", "The bird with the crystal plumage") om in 1977 zijn ultieme meesterwerk af te leveren. "Suspiria" hoort niet echt thuis in giallo-genre daar het enkel de occulte horror belicht en weinig of geen verhaal vertoont en het vooral gemunt heeft op de zintuigelijke waarnemingen. "Suspiria" is een streling voor het oog, een feest voor de oren en is tegelijk boedmooi en griezelig spannend. Al vanaf de eerste minuut wordt de kijker ondergedompeld in een niets aflatende beeldenstroom waar sfeer belangrijker is dan het verhaal en voor één keer is dit niet storend. Integendeel, het geeft "Suspiria" een uitermate intense bovennatuurlijke feel die negentig minuten lang de kijker van de ene prachtige en verbazingwekkende scene naar de andere loodst. Argento is een perfectionistische beeldenkunstenaar en bij deze film was hij op de top van zijn kunnen.

Het verhaal begint bij Suzy, een jonge amerikaanse ballerina die, op uitnodiging van een prestigieuze balletschool, afreist naar Europa om daar carriere te maken. Algauw raakt zij hierbij verstrikt in een wespennest van hekserij, nachtelijke rituelen en bloedige moorden. Het blijkt dat de stichter van deze balletschool een eeuwenoude heks is, met een voorliefde voor jonge vrouwen. Terwijl Suzy aan deze beproeving probeert te ontsnappen, wordt ze achterna gezeten door een seriemoordenaar die één voor één de jonge schoolgaande vrouwen uitmoordt en meer met de hele zaak te maken heeft dan eerst werd gedacht.

Eerlijkerwijs kan men stellen dat een verhaal in "Suspiria" onbestaande is en de film eigenlijk meer een aaneenschakeling van set-pieces is, gehuld in sinistere neon verlichting (meestal rozig!), dan een coherent, stelselmatig opgebouwd verhaal. Normaal gezien heeft dit invloed op mijn kritiek maar voor "Suspiria" werkt het. Sterker nog, het is een pluspunt die de waanzin versterkt, de dromerige sfeer uitpuurt en de film onvoorspelbaar maakt, iets waar veel griezelfilms nog van kunnen leren.
Er zitten ongeloofelijk sterke scenes in de film, waaronder de eerste 15 minuten, de scene met de prikkeldraad, de scene met de blinde man en zijn hond en de finale.
Ook de demonische soundtrack van Goblin, een italiaanse prog-rock band, is wederom fantastisch.

Wel opgelet, mensen die enkel houden van realistische(?) horrorfilms dienen "Suspiria" te mijden.
Het is een sfeervolle film waar de belichting, de mise en scene en de muziek meer impact creeeren dan de liters bloed die vloeien (welke zéér rood gekleurd is) en waar sfeerschepping primeert op de schrikeffecten. Maar als dat je ding is, is "Suspiria" een niet te missen meesterwerk.
Kreeg twee inferieure vervolgen, met name "Inferno" (1980) en "Mother of tears" (2007), waarvan "Inferno" de betere is.

PROMETHEUS (2012)

**1/2

Een dikke 30 jaar na het fantastische "Alien" (1979) keert regisseur Ridley Scott terug naar het genre dat hem groot maakte met een prequel (of beter gezegd : uitgesponnen proloog) op deze terechte klassieker, dat zich in hetzelfde universum afspeelt, maar ambitieuzer is en ook een heel pak minder spannend en interessant. Over het verhaal ga ik niet uitwijden daar het niet veel om het lijf heeft en weinig coherent is, net als de griezelige beestjes in deze film.

"Prometheus" moet het vooral hebben van zijn visuele effecten en die zijn imponerend. Het is misschien wel de mooist ogende SF film van de afgelopen 10 jaar (samen met "Sunshine" (2007) van Danny Boyle), maar voor al die pracht en praal zijn er evenveel absurde plotwendingen en vertoont het scenario hele grote zwarte gaten. Alsof de schrijver van dienst elk idee (goed of minder goed) kost wat kost wou behouden en zich in bochten wringt om ze allemaal tot één coherent geheel te smeden en dat is waar de film faalt. Het is een zootje en wetende dat de scenarist van dienst de man achter "Lost" is zegt meer dan genoeg.

Het begint nochtans veelbelovend, met een prachtige proloog waarin de onstaansgeschiedenis van de mens uit de doeken wordt gedaan (iets met een buitenaards wezen en een zwarte vloeistof) en de beginscenes in het ondergronds gangenstelsel, die een unheimische sfeer oproepen en sterk doen denken aan "Alien". Maar dan loopt het mis. Wat volgt is een overrompeling van special effects, waarbij allemaal rare beestjes rare dingen doen met de mensen die er mee in contact komen en waarbij de logica ver zoek is.
Er worden ruimtewormen, spacezombies, inktvisbaby's en groot uitgevallen facehuggers op de kijker losgelaten, maar geen enkel van deze griezels heeft de visuele uitstraling, laat staan de impact van hun grotere broer, de xenomorph. Er zitten enkele knappe en toch wel spannende scenes in de film (de operatie! de zandstorm!), maar deze wegen niet op tegen de belachelijke plottwists en de onduidelijke beweegredenen van bijna elk personage. Van de acteurs kan ik enkel zeggen dat Michael Fassbender geweldig is en de rest van de cast middelmatig. "Prometheus" is een peperdure, opgeklopte, onsamenhangende SF film die zijn hoge verwachtingen spijtig genoeg niet inlost, alleen op visueel vlak verbluffend is en heel wat "Alien" fans zal verbazen... en niet in positieve zin. Zonde.

dinsdag 2 oktober 2012

KILLER JOE (2012)

***

Matthew McConaughy is killer Joe en killer Joe is Matthew McConaughy. Zonder zijn ingetogen maar intense vertolking zou de film niet eens de moeite waard zijn om te zien daar het verhaal maar pover is (één simpele plotwending is net iets te weinig) en soms zelfs een beetje slaapverwekkend.
Maar Matthew dus... de voormalige posterboy en knappe bink speelt in "Killer Joe" de rol van zijn leven.
Het is gemakkelijk om in dit soort waanzinnige rollen over the top te gaan en te hervallen in de Tony Montana routine (veel gebrul, gedreig en gevloek, maar weinig inhoud), maar McConaughy blijft verassend kalm in zijn rol van huurmoordenaar/flik en geeft de film een welgekomen dreiging mee.
Killer Joe Cooper is onaantastbaar, onvoorspelbaar en compleet gestoord, alsook charmant, slim en welbespraakt.

Wanneer Chris, een twintiger uit een disfunctionele trailer trash familie zijn schulden niet kan terug betalen aan de lokale gangsterbaas, komt hij op het idee zijn moeder te laten vermoorden. De vrouw liet namelijk een levensverzekering van 50000 dollar afsluiten met als begunstigde Dottie, haar enige dochter en zus van Chris. Wanneer Chris zijn plannen voorlegt aan vader Ansel, en deze akoord gaat, huren beide heren Killer Joe in. Een gladde politieman die na zijn uren bijklust als huurmoordenaar. Er is echter één probleem. Joe voert het plan enkel uit indien hij op voorhand een bedrag van 25000 dollar ontvangt en maakt hier geen uitzondering op. Maar wanneer Joe de jonge Dottie in zijn vizier krijgt geeft hij beide heren de keuze : ofwel het geld ofwel Dottie als onderpand. Hoewel Chris in eerste instantie zijn zus liever niet in de handen van deze gewetenloze moordenaar duwt, wordt het algauw duidelijk dat dit zijn enige optie is. Dottie, die weinig of geen inbreng heeft in heel de zaak, voelt zich echter aangetrokken tot Joe en gaat tot Chris' verbazing akkoord om Killer Joe te vergezellen tot de zaak beslecht is. Maar wanneer de moeder vermoord wordt en het geld niet Dottie maar Rex (de nieuwe partner van de moeder) tegemoet komt, krijgt het simpele plan allures van een nachtmerrie en moet Chris zijn zus (alsook zichzelf en zijn familie) zien te redden uit de handen van Killer Joe.

William Friedkin, regisseur van genreklassiekers als "The french connection" (1971), "The excorcist" (1973) en "To live and die in LA" (1985) en tevens jongste regisseur ooit die een oscar won (31 jaar, voor "the french connection"), levert op 78-jarige leeftijd zijn meest radicale, compromisloze film af. Het is een gitzwarte film noir die tegelijk grappig, shockerend en ultrageweldadig is (één woord : soepblik), niets of niemand ontziet en naar alle waarschijnlijkheid puriteins Amerika op zijn grondvesten laat daveren. Het lijkt wel het trailer trash broertje van "Fargo" (1996) maar dan zonder het snedige scenario. Visueel is deze donkere film onberispelijk, met prachtige fotografie (die sporadische bliksems!) en dito beeldvoering. De acteurs (met als enige uitzondering Emile Hirsch) zijn geweldig en de sfeer beklemmend en hoewel het magere verhaal geen 90 minuten blijft boeien weet Friedkin de kijker toch mee te slepen in zijn ziek wereldje om in de laatste 10 minuten alle remmen los te gooien en de finale te laten ontaarden in een shockerende aaneenschakeling van brutaal geweld en ziekelijke humor (het veelbesproken kippeboutje). Tot dan is de film bij vlagen geniaal, maar meestal sober, traag en onderkoeld en is het de verdienste van McConaughy dat men uberhaubt de hele rit uitzit. Zijn Killer Joe is de sterkste filmslechterik in lange tijd (de eerste echt memorabele sinds Javier Bardem in "No country for old men") en verdient voor mijn part een Oscar-nominatie. Killer Joe is een mens van vlees en bloed, geen typisch overdadige slechterik maar een beredeneerde psychopaat die, ondanks zijn kilheid, toch menselijke trekken vertoont en zelfs op bepaalde momenten sympathiek overkomt. En dat is de kracht van "Killer Joe", een geschifte film vol geschifte personages die 2 sterren krijgt voor de film zelf en één ster voor Matthew McConaughy. See you at the Oscars Matthew.

maandag 1 oktober 2012

MEN IN BLACK 3 (2012)

**

Tien jaar na het meer dan overbodige "Men in black 2" keren Will Smith en Tommy Lee Jones, in zwart maatpak en bijhorende Ray Ban zonnebril, terug om het universum en vooral moeder Aarde te behoeden voor intergalaktisch ruimtegespuis. Het eerste deel was een leuk SF-avontuur met goede ideeen, een gepaste cast en veel onnozele humor. Deel 2 was een lauw afkooksel hiervan, waarin de beste grappen uit het eerste deel tot vervelens toe werden uitgemolken (zie Frank de mopshond) en het flinterdunne verhaal zo banaal was dat zelfs de jongsten onder ons hunkerden naar een beetje meer plot.

En dan nu deel 3. Men kan zichzelf de vraag stellen wat het nut is van een oude, ietwat gefaalde franchise nieuw leven in te blazen, om dan op de proppen te komen met een halfslachtig verhaal over tijdreizen en de gevolgen hiervan. Bijster origineel is het zeker niet en de uitwerking ervan al evenmin. Op het einde krijgen we een twist die de geoefende kijker al van lichtjaren ver ziet aankomen en zelfs nul verrassing in petto heeft, emotioneel geforceerd lijkt en eigenlijk voor elke kijker boven de 5 jaar een beledeging is.

Het verhaal gaat als volgt. Boris the animal, een buitenaardse crimineel, ontsnapt uit de gevangenis en keert terug in de tijd om K (Tommy Lee Jones) te vermoorden. Wanneer dit gebeurt en K van de aardbol verdwenen is, is het aan J (Will Smith) om terug te keren naar die fatale dag, om Boris te stoppen en K te redden. En alle tijdreisparadoxen ten spijt is de uitwerking ervan zo pover dat ik op het einde hoopte een Delorean te zien, om samen met Doc en Marty terug te keren naar de toekomst. Er zitten maar weinig goede vondsten in de film en de acteurs zijn zoals gewoonlijk degelijk, maar niet meer dan dat. Enkel Josh Brolin, in een jongere versie van K, is de moeite waard en buiten enkele goede special effects (die roterende autootjes!) is zelfs de look van de film niet echt overtuigend (terwijl deel 1 in zijn tijd toch best origineel was). Voor mensen die Men in black koesteren en deel 2 misprijzen, gelieve deze film te mijden. En zij die toch nieuwsgierig zijn, wees gewaarschuwd, er valt niets nieuws te ontdekken, het verhaal is stupide en de special effects zijn naar hedendaagse normen maar heel gewoontjes. Spijtige zaak.

vrijdag 28 september 2012

DIRTY HARRY (1971)

****

Don Siegel, regisseur van genre klassieker "Invasion of the body snatchers (1956)" en Clint Eastwood, the man with no name uit de spagettiwesterns van Sergio Leone, bundelden begin jaren zeventig hun krachten en kwamen op de proppen met een snoeiharde, realistische flikkenfilm die de goegemeente op zijn kop zette. Controversieel in zijn tijd en hedendaags nog steeds relevant kreeg de film nogal wat tegenkantingen van allerlei, al dan niet politieke groeperingen die misnoegd waren om de manier waarop Harry Callahan als éénmansleger op missie gaat en hierbij alle wetten en regels aan zijn laars lapt.
Het is een kwajongensfantasie, waarin de goeien en de slechte uiteindelijk veel meer gemeen hebben met elkaar dan verwacht en waarbij het typische de politie is uw vriend-cliché plaats moest ruimen voor een veel genuanceerder beeld over goed en kwaad, waardoor de flik van dienst plots de anti-held werd.

Eastwood is Harry Callahan, een doorwinterde, cynische flik uit San Francisco met een eigen idee over rechtvaardigheid, die op zoek gaat naar een psychopaat die zichzelf Scorpio noemt (gebaseerd op de echte seriemoordenaar Zodiac) en via lokale kranten kat-en muisspelletjes speelt met de ordediensten. Hij wordt hierbij, onder lichte dwang van zijn oversten, geholpen door zijn nieuwe partner, de mexicaanse Chico Gonzales. Wanneer Harry persoonlijk benadert word door Scorpio, maakt hij er een erezaak van om deze psychopaat te arresteren en op te sluiten, by any means necessary.

Al van bij de openingsscene (een vrouw wordt bespied doorheen het richtkruis van een sluipschuttersgeweer) wordt het al snel duidelijk dat Siegel en Eastwood er geen doekjes om winden en voluit gaan voor controverse en suspense. Hoewel gebaseerd op waargebeurde feiten wijkt de film behoorlijk af van de gekende waarheid achter de Zodiac (die bij het uitkomen van deze film nog steeds actief was) en is het in eerste plaats een geweldig spannende, ultrageweldadige (zelfs fascistische) fantasie die het moet hebben van een geweldig script, uitmuntende regie en dito acteurs.
Er zitten een paar geniale vondsten in die hedendaags misschien wat gedateerd lijken, maar in die tijd vooruitstrevend waren. Denk maar aan de scene waarin Scorpio zich met uitgestreken gezicht in mekaar laat slaan door een zwerver, om dan later Harry hiervoor aan te klagen. Of de scene waarin Harry onder tijdsdruk van de ene telefooncel naar de andere wordt gestuurd en hierbij heel San Francisco doorkruist, om later vast te stellen dat het toch al te laat was. Of de finale, die je zelf moet zien om te geloven en waar ik niet over uitwijd, kwestie van spoilers te beperken.

Er zijn weinig films waarin San Francisco een prominentere rol speelt in het verhaal dan hier (de enige die in me opkomen zijn "Vertigo" (1958) van Hitchcock en "invasion of the body snatchers" (1978) van Kaufman). Don Siegel gebruikt alle mogelijke technieken om zijn film te voorzien van een vlekkeloze beeldvoering (zie het shot in het stadion en de vooraf besproken openingsscene), de soundtrack is fenomenaal en Clint Eastwood werd door zijn ongeremde vertolking van Harry nu ook in zijn eigen land een ware ster. Nog steeds één van de strafste, coolste en hardste flikkenfilm ooit, die de tand des tijds goed heeft doorstaan en zich terecht een klassieker in het genre mag noemen (en staat op gelijke hoogte met "The french connection" van Friedkin). Klassebak!

nota : kreeg nog vier inferieure vervolgen (Magnum force, The enforcer, Sudden impact en The dead pool)

donderdag 27 september 2012

BLADE RUNNER (1982)

****

"Blade Runner" is zonder enige twijfel hét meesterwerk van Ridley Scott. Sommige zullen "Alien" (een eervolle tweede plaats) of godbetert zelfs "Gladiator" (zijn meest overschatte film) naar voren schuiven als het ultieme werk van deze onvolprezen regisseur, maar geen van beide heeft de visuele stijl alsook de filosofische ondertoon die "Blade Runner" kenmerkt. Het is tevens, samen met Kubrick's "2001", de beste sci-fi film ooit gemaakt, omdat beide films essentiele en vooral existentiele vragen durven stellen over de natuur van de mens zonder een pasklaar antwoord te geven of te hervallen in het typische intergalaktische geweld waar de Star wars-saga in uitblinkt. Het is visueel de meest extravagante film ooit gemaakt (van CGI was nog lang geen sprake en je moet het zien om het te geloven) waarbij elk beeld een magische schoonheid bevat die zelden geevenaard is, het verhaal dieper gaat dan de meeste peperdure jaren 80 produkties en een soundtrack (Vangelis' beste) ten gehore brengt die al jaren één van mijn favorieten is.

Zoals we ondertussen allemaal wel weten zijn er maar liefst 7 (!) versies van "Blade Runner" in omloop, en hoewel de meeste gelijkaardig zijn (mits enkele kleine aanpassingen) bespreek ik hier de final cut, een versie zonder de verguisde voice over uit de eerste bioscoopversie (welke ondanks het hoge film noir gehalte volledig overbodig en op momenten zelfs storend was) en zonder het misplaatste happy end. Ditmaal dus de ultieme versie waarin de idee dat Deckard (Harrison Ford) zelf een replica is alleen maar wordt versterkt door het toevoegen van een droom-scene (de eenhoorn) en het weglaten van de eind goed al goed conclusie, wat de film enkel ten goede komt.

Er valt zoveel te zeggen over "Blade Runner". Van de visuele pracht tot de diepgaande filosofische beschouwingen, elk facet van deze produktie blinkt uit in meesterschap. De acteerprestaties zijn, ondanks de grauwe sfeer op de set (Ford nam Scott kwalijk meer bezig te zijn met licht -en rookeffecten dan met zijn acteurs) geweldig, met als uitschieter de hollandse ubermensch Rutger Hauer, die zijn beste vertolking neerzet als de leider van het groepje ontsnapte replica's. De weinige maar effectieve actie-scenes zijn prachtig in beeld gezet, ondersteund door een hyperromantische score, de dialogen zijn van een (in het sci-fi genre) ongekend hoog niveau (de eindmonoloog van Roy Batty) en de decors zijn pure kunst.

Bij zijn oorspronkelijke release was "Blade Runner" een flop, omdat het publiek (nog steeds in volle Star wars modus) zich verwachtte aan een futuristisch actievehikel, maar zich tevreden moest stellen met een betekenisvolle, traag opbouwende toekomstvisie. Het was pas in 1991, bij het uitbrengen van de director's cut (met droom-scene, maar ook met happy end) dat de film een tweede kans kreeg. Sindsdien wordt hij beschouwt als een onvervalste klassieker, die tot op de dag van vandaag zijn stempel heeft gedrukt op films in het algemeen en science fiction in het bijzonder. Magistraal.




maandag 24 september 2012

INVASION OF THE BODYSNATCHERS (1978)

***1/2

Niet zozeer een remake van de jaren 50 klassieker, maar eerder een herinterpretatie van hetzelfde verhaal met als grote verschil dat de invasie zich ditmaal afspeelt in grootstad San Francisco in plaats van een klein amerikaans gehucht. Die verandering van setting geeft de film een serieuzere en meer donkere toon en wordt de grootstedelijke anonimiteit een perfect uitgangspunt voor vervreemding en paranoia, waarbij mensen niet meer zijn wie ze lijken en het individueel denken als bedreiging wordt aanzien.

De film opent met een prachtige, sfeervolle generiek waarin een buitenaardse levensvorm doorheen het heelal zweeft richting aarde om vervolgens door middel van regendruppels de natuurlijke vegetatie aan te tasten en uit te groeien tot een vreemd uitziend plantaardig gewas met als doel het dupliceren en elimineren van de totale wereldbevolking. Hoe dit in zijn werk gaat, laat ik aan de kijker over, maar er kan gezegd worden dat de uitwerking ervan een reeks krachtige, bizar realistische beelden oplevert die tegelijk mooi en walgelijk zijn.

Het is een ongeloofelijk knap geschreven en hallucinante film die het uitgemolken idee van de buitenaardse invasie in een nieuw daglicht stelt en hierbij al de mogelijke clichés (van lasers tot monsters) achterwege laat. De film handelt vooral rond de gedragingen van de dubbelgangers en het ontstaan van een maatschappij waarin het individu wordt verworpen en het kuddegedrag primeert. Men kan dit zien als een allorgie voor de eenheidsworst, maar het is voornamelijk een straffe, in paranoia gedrenkte thriller (geen horror!) die je laat nadenken en tegelijk ook entertaint. Aanschouw de epiloog en huiver. Donald Sutherland en Brooke Adams zijn erg goed in hun rol van protagonist en Jeff Goldblum en Leonard Nimoy (Spock) geven aan wat bijpersonages zijn een behoorlijke diepgang. Regisseur Philip Kaufman ("The right stuff", "Unbearable lightness of being") geeft de film een behoorlijke donkere look mee, die soms zelfs zo donker is dat je amper ziet wat er gebeurt. Dit is een kleine kritiek op een voor de rest fantastische jaren 70 thriller vol waanzinnige momenten (die hond met het mensenhoofd!) die je nekharen overeind zet en zich gemakkelijk plaatst naast het beste dat de seventies had te bieden. 

dinsdag 18 september 2012

THE AVENGERS (2012)

***

"The Avengers" is een luidruchtig, bombastisch spektakel van epische proporties. Het is de film die enkele van de bekendste Marvel superhelden bundelt en ze laten strijden tegen gezamelijke vijand Loki, de gevallen God uit Asgard. We hebben naast haantje-de-voorste Ironman ook nog Thor, Captain America, Black Widow, Hawkeye, Nick Fury en natuurlijk onze jolly green giant de Hulk om het Avengers-team te versterken. Regisseur van dienst is Joss Whedon, een fanboy die ons reeds verblijdde met populaire series als "Buffy the vampire slayer" en het iets minder populaire, maar daarom niet minder sterke Firefly/Serenity.

Over het verhaal zelf ga ik niet verder uitwijden, daar het aan de nogal zwakke kant is en eigenlijk irrelevant. De hoofdzaak is de interactie tussen de verschillende superhelden en het is daar waar de film scoort. Net als sommige mensen in de realiteit zijn de helden hier gezegend met een buitenproportioneel ego, wat zorgt voor de gebruikelijke botsingen, waarbij de ene de andere uitdaagt en er evenveel strubbelingen onstaan tussen de teamleden zelf als tussen hen en de ogenschijnlijk onoverwinnelijke vijand.
Het mag gezegd zijn dat, ondanks de vele personages en plotlijnen, Joss Whedon het mooi overzichtelijk houdt en elk personage min of meer gelijke aandacht geeft.

De film zit vol met Whedon's gebruikelijke pop-referenties en relativerende humor, bevat evenveel actie als een transformer-film (alleen veel beter geregisseerd) en is tegelijk ontspannend en indrukwekkend. Het ultieme laatste gevecht sleept misschien wat lang aan, maar wordt nooit echt saai of overdone, in tegenstelling tot elke bombastische actiescene in een Michael Bay produktie. In de toekomst zullen superheld-verfilmingen sterk uit de hoek moeten komen om aan episch gehalte van deze blockbuster te kunnen tippen en zullen fans van het genre niet meer voldaan zijn met één enkele verhaallijn, wat in het nadeel zal spelen voor de toekomstige vervolgfilms (Iron man 3, thor 2, Captain America 2, Hulk 2) van elk van de Marvelhelden. Maar niet getreurd, "The Avengers" biedt genoeg actie en avontuur om zeker meer dan éénmaal bekeken te worden (wat bij vele fans ongetwijfeld zal gebeuren) en is daarmee is van de betere comicbookverfilmingen van de laatste jaren en aangezien er zowiezo een tweede deel komt (blijf na de aftiteling verder kijken en zie twee(!) extra scenes) kunnen we ons verwachten aan nog meer superheldenbombast, wat in dank zal worden afgenomen.

Na de donkere, ietwat pompeuze Batmanfilms van Christopher Nolan, is "The avengers" een welgekomen verademing die de luchtige toon doordrijft, zonder in de val van de parodie te trappen en de meeste comicbook -en actiefans onder ons zal kunnen bekoren.



vrijdag 14 september 2012

FRIDAY THE 13th SERIE



Af en toe zal ik in plaats van één film een volledige reeks (of trilogie) bespreken. En welke beter om mee te starten dan de overdadige Friday the 13th serie.
Al vanaf de allereerste uit 1980 tot de allerlaatste (de reboot) uit 2009, beide gewoonweg "friday the 13th" genaamd, is er geen enkele van de 12 films in geslaagd echt goed te zijn en eerlijker wijs zelfs niet behoorlijk. Waarom dan toch de moeite doen om de eerste 11 te bespreken ? Omdat ze ergens wel iets hebben, hoe dom ze ook zijn en omdat guilty pleasures het verdienen aandacht te krijgen. Ik heb ze ondertussen allemaal al meerdere keren gezien en ik kan moeilijk beweren dat ik me niet geamuseerd heb. Er zitten matige stinkers tussen en de beste is nog altijd maar zus en zo maar het plezier ze te bespreken ga ik mezelf niet ontnemen.
Bij elk van de films geef ik ook de beste scene (lees : beste moord) mee omdat, hoe vreemd het ook klinkt, dit uiteindelijk de essentie is van dit soort films (zij die kijken voor een goed verhaal en dito plot komen bedrogen uit) en ook de enige rechtvaardige reden om er naar te kijken.

SPOILER ALARM!!!!

FRIDAY THE 13th (1980)   **

De eerste "Friday the 13th" film wordt in sommige kringen beschouwt als de moeder van de slasherfilms en hoewel dit niet helemaal terecht is ("Halloween" uit 1978 krijgt van mij die eer), kan men moeilijk ontkennen dat de film de blauwdruk leverde voor het slashergenre. We hebben de obligate geile tieners, de afgelegen plek (Crystal Lake), de domme dialogen, de nog dommere plotwendingen en natuurlijk de onverwoestbare moordenaar, in dit geval de overberoemde Jason Voorhees. Of toch niet?
Dit is de enige friday the 13th film waarin geen Jason te bespeuren valt, want zoals we allemaal wel weten uit "Scream" is het zijn moeder die de jongeren één voor één letterlijk in de pan hakt en komt de jonge mismaakte Jason enkel in dromerige epiloog aan bod. Dit is meteen ook de beste scene uit de film, duidelijk gebaseerd op het einde van "Carrie (1976)".
Voor de rest een genietbare, hetzij nogal simpele en matig gemaakte horrorfilm met een jonge Kevin Bacon als één van de hitsige kampleiders, veel lijken die uit kasten vallen en geen logica. Maar wel de perfecte start voor een leuke rit doorheen de langst levende slasher reeks ooit gemaakt.
BESTE SCENE : de epiloog.

FRIDAY THE 13th part2 (1981)    **1/2

De eerste in de reeks met Jason als boeman van dienst en een betere film (slasher wel te verstaan) dan zijn voorganger. Daar waar de eerste plotgewijs langs alle kanten rammelde is dit deel meer gefocust en wind regisseur Steve Miner (de man achter Ally Mcbeal!) er geen doekjes rond dat de hoofdzaak van dit soort films de slachtpartijen zijn en de inventiviteit waarmee ze in beeld worden gebracht. Alsook durft de film het aan om de enige overlevende uit het vorige deel al in de eerste scene af te maken, ookal heeft dit geen enkel nut en is het verrevan logisch (sinds wanneer begeeft Jason zich onder de mensen, ver weg van Crystal Lake?).
We krijgen juist hetzelfde verhaal opgevoert als in de eerste film met als enige verandering de identiteit van de moordenaar. Jason draagt in dit deel een soort jutte zak met één kijkgat over zijn hoofd en hoewel dit niet hetzelfde iconisch gehalte heeft als het befaamde hockey masker is het toch een pak angstaanjagender dan zijn moeder uit deel 1 (die eerder lachwekkend was). We zitten terug opgescheept met een bende door hormonen geteisterde pubers en vooraleer er iemand nog maar "boe" kan roepen worden ze al duchtig aan Jason's geliefde machete gespietst. Het dodental ligt ongeveer even hoog als deel 1 en de eindscene is bijna identiek. Het is een matige maar wel  vrij effectieve horrorfilm, die brutaler, sneller en meer to the point is dan de vorige.
BESTE SCENE : Jason en de rolstoelpatient (!)

FRIDAY THE 13th part 3-D (1982)    *1/2

U leest het goed. Dit deel werdt in 3D uitgebracht en was een gigantisch succes. Het is tevens één van de minste uit de reeks, desondanks de (veel te nadrukkelijke) visuele effecten, het hoge dodental en de introductie van het beruchte hockeymasker. Deel 3 is camp, maar dan in slechte zin van het woord. De goedkope 3D effecten zijn zelfs te zien in 2D, met allerlei dingen die op de kijker afkomen zoals jojo's, harpoenpijlen en zelfs foute sigaretten, een visueel trukje dat heel de film lang gebruikt wordt en al na twee keer begint te vervelen. De personages zijn saai en de acteerprestaties navenant, de spanning en sfeer ontbreken en Jason is maar half zo dreigend als hij zou kunnen zijn. Het lijkt, en waarschijnlijk is, een snel in mekaar gebokste cash in die teert op het succes en de hype van 3D maar faalt als slasherfilm en het niet verdient tussen de betere van de reeks te staan.
BESTE SCENE : De oogbal, die recht op de kijker wordt afgevuurd, onnozel maar geestig.

FRIDAY THE 13th : The final chapter (1984)    ***

Het hoogtepunt in de reeks. Het verhaal is nog steeds hetzelfde, maar ditmaal met kleurijke(re) personages, veel brutaal geweld en een dosis gezonde zwarte humor. De campy toon van deel 3 wordt sterk afgezwakt (maar nog steeds voelbaar), wat de film grimmiger en soms zelfs shockerend maakt (het einde waarin de kleine Tommy Jarvis Jason misleidt en in stukken hakt terwijl hij als een bezetene "DIE! DIE! DIE! roept is één van de hardere scenes uit de reeks).
Het was tevens de debuutfilm voor twee rasechte jaren tachtig iconen, met name de onnavolgbare en mysterieuze Crispin Glover ("Back to the future", "River's edge") en de irritante lelijkaard Corey Feldman ("Gremlins", "The Goonies", "The lost boys"), welke beide een relatief sterke acteerprestatie neerzetten (aanschouw het dansje van Glover en lach uzelf een kriek) en daarmee het niveau van de film omhoog tillen. Jason is dit keer wel angstaanjagend en de slachtpartijen een pak inventiever (lees : meer gore), het hockeymasker is een vaste waarde en de slachtoffers zijn eindelijk van vlees en bloed.
Het was oorspronkelijk wel degelijk de bedoeling om de serie met dit deel te laten eindigen, maar tegen alle verwachtingen in werd het een hit en konden de makers hun serie verder blijven uitmelken... En dat is precies wat ze deden. Zie deel 5 voor meer uitleg.
BESTE SCENE : De ontsnapping van Jason uit het mortuarium, waarbij hij een ijzerzaag hanteert op een wel heel bijzondere wijze.

FRIDAY THE 13th part 5 : A new beginning (1985)     *1/2

"A new beginning" is de eerste film waarin Jason officieel doodverklaard is en daar maken de schrijvers gretig gebruik van. Deel 5 is één grote grap, met als pointe dat er ditmaal gewoon geen Jason is, maar wel een copycat killer die jongeren uit een psychiatrische instelling één voor één de dood in jaagt en het uiteindelijk gemunt heeft op Tommy Jarvis, het nu volwassen jongetje uit "The final chapter". Er wordt gespeeld met het idee dat Tommy de Jason van dienst is, maar dit is pover uitgewerkt en wordt uiteindelijk gewoon verworpen door de ridicule plottwist helemaal op het eind van de film. Wie de moordenaar is zal ik niet verklappen, maar ik betwijfel of er iemand verrast zal zijn, ongeacht of men het nu weet of niet.
Het dodental van deze film ligt het hoogst, maar de scenes missen punch en lijken wel van al het lekkers ontdaan, de acteurs zijn verschrikkelijk irritant, de toon wisselvallig en het verhaal ontbreekt volledig.
Eén van de mindere uit de bende.
BESTE SCENE :  de hakbijlmoord.

FRIDAY THE 13th part 6 : Jason lives! (1986)     **1/2

Eén van de leukere films uit de serie en het debuut van zombie Jason. Ditmaal een iets beter scenario, waarbij Tommy Jarvis beschuldigt wordt van moord op verschillende jongeren, terwijl onze geliefde maniak rustig aan zijn weg door het leven hakt. Origineel is het allesbehalve (het doet een beetje denken aan de eerste "A nightmare on Elmstreet"-film, waarin een gelijkaardige situatie veel beter werdt uitgewerkt) en intelligent al zeker niet, maar iemand die zulke verwachtingen heeft is naar de verkeerde film aan het kijken. We krijgen ditmaal een zomerkamp in Camp Crystal Lake waar voor de eerste keer (!) in de reeks effectief kinderen rondlopen, we hebben de obligate geile kampleiders en natuurlijk een love intrest voor Tommy (welke zijn onschuld geloofd terwijl haar vader/sheriff van dienst allesbehalve te overtuigen is, wat zorgt voor een iets interessantere plot). Het geweld is miniem maar de moorden inventief, de humor is zwak maar niet storend en de acteerprestaties zijn relatief goed. Het is de laatste film in de franchise die Tommy Jarvis opvoert als protagonist.
BESTE SCENE : de simultane onthoofding van drie paintball-spelers.


FRIDAY THE 13th part 7 : The new blood (1987)     **

Of onder fanboys ook wel Jason vs. Carrie genoemd. Jason krijgt af te rekenen met een van telekinetische gave voorziene dame die bijzonder goed haar mannetje weet te staan tegenover de gemaskerde boeman en zichzelf katapulteert tot krachtigste tegenstander uit de hele reeks.
Debuut voor Kane Hodder, de man die vier maal in de huid van Jason kroop en algemeen beschouwt word als de betere "acteur" van dienst. Hodder geeft Jason meer dreiging en presence, is fysiek imponerend en geeft enkel door zijn pose meer karakter aan de schurk dan zijn voorgangers. Het geweld is een beetje afgezwakt en de plottwist op het eind van de film is te belachelijk voor woorden, maar dit deel bevat veruit de beste special effects, is soms zelfs spannend en dus al bij al een waardig deel in de serie.
BESTE SCENE : Het einde, wanneer het ware gelaat van Jason wordt getoond, is een staaltje van meesterlijke make-up.


FRIDAY THE 13th part 8 : Jason takes Manhattan (1988)     *1/2

Of Jason neemt de boot (die vertrekt vanuit Crystal Lake!) richting New York om dan in de laatste 10 minuten (!) aan wal te gaan en Manhattan onveilig te maken. Voor de rest bijzonder flauwe film.
Betere (en eerlijkere) titel : Jason takes a boat.
BESTE SCENE : Jason op Time Square.

JASON GOES TO HELL (1989)     *

Een poging om de franchise tot mytische proporties op te blazen. Jason is ditmaal geen doorgedraaide maniak maar een slijmerige alien-achtige worm die als een parasiet van de ene gastheer naar de andere switcht, slachtoffers maakt en een eeuwenoud kwaad blijkt te zijn. Foutste film uit de serie en hoewel niet echt slecht gemaakt, volledig overbodig en de naam Jason niet waardig.
BESTE SCENE : Het laatste beeld waarin het masker van Jason in de hel wordt getrokken door... de hand van Freddy Kruger. Helaas werd deze combinatie een sof van jewelste (zie Freddy vs. Jason)

JASON X (2001)     *1/2

Grappige maar foute science-fiction versie van een Friday the 13th film. Dit deel bevat een paar van de betere slashermomenten (dat bevroren gezicht!) van de reeks maar slaagt de bal volledig mis op het gebied van sfeer, structuur en stijl. Het is een lelijke film zonder coherente visie die niet goed weet wat te zijn. Enerzijds camp, anderzijds een serieus sci-fi avontuur. Gastrol voor David Cronenbergh ("Videodrome", "The fly") en een uit zijn voegen gebarsten uber-Jason, die werkelijk alle verbeelding tart en er gewoon onnozel uitziet. Bevat een paar grotesk grappige momenten met als hoogtepunt een ode aan de slaapzak-moord uit "The new blood", ditmaal voorzien van twee babes en geen boom(!).
BESTE SCENE : de slaapzak.

FREDDY VS. JASON (2003)      *

Niet de gehoopte clash der horroriconen die het had moeten zijn , maar een in MTV-stijl gefilmde mislukking die eerder thuishoort in het rijtje van de "Scream"-klonen "I know what you did last summer" en zijn vervolgen dan in franchises van zijn hoofdpersonages. Waardeloos.
BESTE SCENE : de aftiteling.

maandag 10 september 2012

CHRISTINE (1983)

**1/2

John Carpenter, regisseur van verschillende genreklassiekers ("Dark star", "Assault on precinct 13"), verfilmde griezelroman Christine van Stephen King in diens volle glorieperiode (In hetzelfde jaar kwamen nog er twee andere King verfilmingen in de zalen, "The dead zone" van David Cronenbergh en "Cujo"). Carpenter had net het razend spannende "The thing" (1982) gemaakt en was op de top van zijn kunnen. Deze combinatie van bestsellerschrijver en cultregisseur leek a match made in heaven, maar de film lost de hoge verwachtingen maar half in.

De ietwat verlegen tiener Arnie Cunningham (Keith Gordon) is het archetype nerd die zijn dagen doorbrengt onder het juk van zijn ouders, elke dag dezelfde pestkoppen trotseert en altijd een beetje in schaduw van zijn beste vriend staat. Wanneer hij na de eerste schooldag zijn oog laat vallen op een aftandse rode Plymouth Fury (bouwjaar '58) en beslist deze te kopen verandert zijn leven aanzienlijk. De helrode wagen, die een eigen leven lijkt te leiden en de naam Chistine draagt, heeft een bezwerend effect op Arnie en stilaan transformeert hij in een coole kerel die niks of niemand meer vreest. Algauw wordt Arnie de populairste kerel in de school en niet veel later zelfs het vriendje van het mooiste meisje uit de buurt. Zijn obsessie met Christine uit zich in een soort relatie-achtige verstandshouding waarbij de wagen zich gedraagt als een ziekelijk jaloers eega en elk individu dat tussen haar en Arnie komt, meedogenloos afstraft. Getuige hiervan is zijn eerste date met Leigh, welke in mineur afloopt. Wanneer Christine door enkele van Arnie's klasgenoten volledig tot schroot wordt herleid, begint de wagen eigenhandig elk van de daders één voor één te elimineren.

In tegenstelling tot de meeste Kingverfilmingen is "Christine" geen rechttoe rechtaan horrorfilm, maar eerder een traag opbouwende thriller die het meer moet hebben van sfeer en spanning dan van de gebruikelijke shockeffecten. Er vallen doden, maar het bloedvergieten is minimaal en hoewel Christine zelf een diabolische verschijning is die echt lijkt te leven, gaat er weinig dreiging van uit en heeft John Carpenter de moeilijke taak om dit gegeven anderhalf uur lang geloofwaardig te houden. Hij slaagt er toch in, mede dankzij enkele knappe speciale effecten, de wagen een eigen karakter mee te geven en Christine op te voeren als een volwaardig personage.
Het is op het vlak van karakterontwikkeling waar de film faalt, en dit uit zich ondermeer in de veel te snelle omschakeling van Arnie's gedrag, die over één nacht verandert van ubernerd naar koele kikker en zijn plotsklapse status van hunk (!?) (hij krijgt tenslotte de mooiste vrouw te pakken) daarbij volledig uitbuit. Er wordt weinig aandacht besteed aan de menselijke interacties en voornamelijk gefocust op de liefdesrelatie tussen Christine en haar eigenaar.
Waar de film wel scoort is in de scenes waarin Christine opereert als wraakengel voor de steeds agressiever wordende Arnie. Deze scenes bezitten een poetische kracht die de plausibiliteit van het verhaal alleen maar ten goede komt (het is en blijft tenslotte een ridicuul gegeven) en aantonen dat John Carpenter een meester is in het creeeren van claustrofobische spanning. Alsook is "Christine" een produkt van zijn tijd wat zich uit in de strakke kadrering, cheesy dialogen, het vele gevloek en een pulserende electronische soundtrack (wederom van John zelf).
"Christine" is allesbehalve een slechte film, maar overstijgt nauwelijks het pulphorrorgenre dat de jaren 80 domineerde en komende van John Carpenter is dit een spijtige zaak. Het zou tot "Prince of darkness" (1987) duren vooraleer den John nog eens een klein meesterwerk uit zijn mouw schudde en het werdt dan ook zijn laatste echt goede film  (alhoewel "They live" (1988) er ook wel mag wezen).

09-09-2012